Ca.
1980. Uitgeverij Intercanis n.v. Brussel
Drs.
Robert van der Molen, dierenarts
Boek:
‘Honden- voeding, verzorging, huisvesting (308
pagina’s)
Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek:
‘Sinds Linnaeus staat de hond bekend als een carnivoor, een
vleeseter, en een veel voorkomende mening is dan ook dat honden
alleen maar (spier)vlees eten. Die opvatting is niet
juist. Wijlen
collega Van der Velden heeft de hond zeer terecht een
‘diereter’ genoemd. Een hond eet niet alleen van
zijn prooidier het spiervlees, maar ook de ingewanden, en omdat
de meeste prooidieren planteneters zijn, heeft de hond ook
voedsel van plantaardige oorsprong op zijn menu staan. Alleen maar
het eten van (spier)vlees geeft op den duur aanleiding tot
ziekelijke afwijkingen, die uiteindelijk tot de dood leiden …
het all-meat-syndroom.
Natuurlijk
geeft men in het dagelijkse menu van de hond geen eiwitten,
vetten, koolhydraten, waaruit het voedsel is opgebouwd. Men
geeft vlees, brood, groente, melk en ook andere ingrediënten die
men ter beschikking heeft. De hond eet alles en mag ook alles
hebben. (uitzondering chocolade en bonbons – theobromine is
giftig). De hond eet al het voedsel dat mensen ook eten en
daarnaast nog ingrediënten die wij in West-Europa niet of
nauwelijks op het menu hebben staan. Men denke slechts aan pens,
hart, kopvlees, uier en eendagskuikens.
…. Het meest
gebruikte vlees voor honden is rundvlees. Biefstuk is wat
overdreven duur, maar kopvlees voldoet heel goed. Ook hart kan
worden gebruikt. Pens, netmaag en boekmaag noteren ook hoog in
de belangstelling van hondenliefhebbers. Deze producten zijn
iets minder goed verteerbaar, zodat voor de vervanging van hart
of kopvlees wat meer aan gewicht nodig is. We kunnen gerust een
meergewicht aannemen van twintig procent. Voor de afwisseling
kunnen we ook wel eens niertjes geven of lever. Longen, milt en
uier worden ook wel eens gebruikt, evenals lippen en strotten.
De kwaliteit is stukken minder, zodat we deze producten
eigenlijk alleen aanbevelen als noodrantsoen. Strottenhoofden
dienen zeker te worden gekookt, omdat de leek geen onderscheid
kan maken tussen runderstrotten en varkensstrotten. De laatste
willen nog eens besmet zijn met het virus van Aujeszky. Het
vet dat aan het vlees vastzit, kan rustig worden gegeven. Het is
van waarde als energieleverancier.
Schapenvlees
en geitenvlees worden niet zoveel aan de hond gegeven. Wel heeft
schapenvet een goede naam, hoewel dat niet terecht is.
Schapenvet zou weldadig werken op de huid, maar door het
nagenoeg ontbreken van essentiële meervoudig onverzadigde
vetzuren is dat niet juist. Wel
kan schapenvet worden gegeven aan honden met zwakke darmen.
Schapenvet kleeft tegen de darmslijmvliezen en beschermt ze.
Diarree kan daardoor minder snel optreden. …
Eendagskuikens en kippenstrotjes zijn – mits goed gemalen –
beste eiwitbronnen.
Botten dienen niet als voedingsbestanddeel te worden gebruikt,
omdat de voedingswaarde te laag is. (Aanmerking : uit
huidig inzicht klopt dit niet meer. Wat betreft het
splinteren vermoed ik dat men het heeft over gekookte
beentjes). Verder dient men rekening te houden met het
optreden van splinters, die door de darmwand kunnen steken en
een perforatie veroorzaken. Als kauwbot kunnen ze wel worden
gebruikt. Aan te bevelen zijn zachte botten – kalfsbotten – die
de hond helemaal kan opknagen, of zeer harde botten – de
dijbeenskop van een volwassen rund. Kippebeentjes en
karbonadebotten zijn te gevaarlijk wegens de splinters. … Eieren
staan aan de top met hun eiwitkwaliteit, maar zijn helaas te
duur om elke dag in grote getale te worden gegeven. Overigens,
als men dit zou doen, zou er ook een all-meat-syndrom
ontstaan. Zo
nu en dan een ei is prima. Wel dient men het
eitje te koken om de avidine, de anti-biotinefactoer, te
vernietigen. Wil men het ei toch rauw geven, dan is het aan te
bevelen extra porties gistvlokken of gisttabletten te
verstrekken om het vitamine B-gehalte weer op te vezelen. … Als
eiwitbron is vis vaak nog beter geschikt dan vlees. Stokvis zit
helemaal barstensvol met eiwit. … Zoetwatervis
en haring dienen te worden gekookt wegens de
anti-thiaminefactor, het tiaminase. Voorts dienen alle soorten
vis te worden gecontroleerd op achtergebleven haakjes. Vissen
met een stevige graat zouden kunnen worden vermalen.
… Men zou een aantal ingrediënten moeten uitkiezen en de
Nederlandse Voedingsmiddelentabel van het Voorlichtingsbureau
voor de Voeding dienen te bestuderen. Vervolgens begint men te
rekenen en te schuiven met gewichtshoeveelheden, tot men de
juiste samenstelling heeft verkregen. …..het verse voer moet
worden uitgebalanceerd met alle grondstoffen…’
Dierenarts
Drs. Robert van der Molen geeft in het vervolg voorbeeldmenu’s
en hij beschrijft de nutriënten en ingrediënten. Hij is niet
tegen het voeren van brok. Zoals
u kon lezen worden in zijn beschrijving maar zeer weinig
ingrediënten gekookt – dus vers gevoerd.
1981.
Uitgeversmaatschappij De Driehoek - Amsterdam
Bill
Landesman en Kathleen Berman
Boek:
De verzorging van de ouder wordende hond (156
pagina’s)
Oorspronkelijke
titel: 1978; How to care for your older dog
Citaten over
voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek:
De gezondheid
van alle dieren is het meest gebaat bij een zo natuurlijk
mogelijke voeding. Dit
voedsel moet zo mogelijk ook puur en rauw zijn of licht
gekookt, omdat door een te grote verhitting de
enzymen die noodzakelijk zijn voor de spijsvertering en de
opname van voedingstoffen, vernietigd worden. Door verhitting
word ook de werking van vitamines en mineralen minder. Het
voedsel van huisdieren moet zo veel mogelijk lijken op het
voedsel dat ze in het wild zouden eten. Dieren die van het
karkas van een pas gedode prooi leven, eten puur, rauw voedsel,
rijk aan natuurlijke vitamines, mineralen en enzymen in een zeer
verteerbare vorm. Dit soort voedsel vindt het dier ook erg
smakelijk en alleen de ‘beschaving’ heeft er schuld aan dat
huisdieren veroordeeld zijn tot een schadelijke imitatie van
goed voedsel. Ons idee van voedsel is in het recente verleden zo
drastisch verandert dat we er haast mee moeten maken meer te
weten te komen over wat onze mond en die van ons huisdier
binnengaat en welke prijs we zullen moeten betalen voor
onwetendheid of opzettelijke fouten.
Vergiftiging
Conserveermiddelen,
die ervoor zorgen dat we voedingsmiddelen langer kunnen bewaren,
zijn heel vaak stoffen die in het lichaam worden opgeslagen als
giftige mineralen. Deze stoffen hebben in het lichaam een
cumulatief effect en worden niet als onschadelijke afvalstoffen
verwijderd. Hoe meer giftige stoffen ons huisdier binnenkrijgt,
hoe groter de belasting van alle endocriene klieren, vooral de
lever en de nieren. Nierziekte is een van de meest voorkomende
doodsoorzaken bij de dieren.
Gezond
voedsel
Voor een
optimale spijsvertering moeten we het lichaam brandstof geven in
de vorm van voedsel dat volledig benut kan worden en waarbij zo
min mogelijk giftige bijproducten opgeslagen worden.
Het
meest ideaal zou zijn als dit rauw of licht gekookt voedsel
was, zonder conserveermiddelen en kleurstoffen en zonder het
daarmee gepaard gaande verlies van vitamines en mineralen.
Voedsel met zijn eigen natuurlijke voedingswaarde levert de
bouwstenen voor het lichaam; zonder voldoende kwaliteit lijd ons
lichaam schade.
Suiker
Pas op voor
hondenvoer waarin suiker zit als conserveermiddel. Suiker wordt
het meest gebruikt voor dit doeleinde, hoewel deze
verraderlijke, verslavende stof absoluut geen nuttige
eigenschappen heeft in zijn geraffineerde vorm.
… Een hond
die aanleg heeft voor suikerziekte zal deze ziekte zeker krijgen
als hij regelmatig dit soort voedsel krijgt. De alvleesklier
krijgt het zwaar te verduren als hij grote hoeveelheden
geraffineerde suiker moet verwerken terwijl tegelijkertijd het
bloedsuikergehalte op een betrekkelijk stabil peil moet worden
gehouden. Teveel suiker betekend teveel werk voor de
alvleesklier, wat leidt tot suikerziekte en een laag
bloedsuikergehalte. Geraffineerde suiker berooft het lichaam van
een behoorlijke eiwit – en kalkstofwisseling. Suiker is ook een
belangrijke factor bij nierziekte en geestesziekten.
… Suiker is
ook een van de belangrijkste oorzaken van arteriosclerose
(aderverkalking). …
Darmflora
Vriendelijke
flora zijn de nuttige bacteriën die in het hele
spijsverteringskanaal nodig zijn voor de opname en de vertering
van voedsel. Zonder vriendelijke flora gaat het voedsel rotten
en blijft het als giftige materie in het lichaam zitten.
… Wat
bijdraagt tot het minder worden van de hoeveelheid zoutzuur
(maagsap) en daardoor het verdwijnen van nuttige bacteriën, zijn
zowel de verkeerde voedingsmiddelen als de verkeerde combinatie
van voedingsmiddelen. Een te grote hoeveelheid koolhydraten,
vooral de geraffineerde koolhydraten zonder voedingswaarde,
leidt tot verlies van zuren.
Een manier om
het verlies van flora tegen te gaan is het gebruik van
verschillende lactobacillen die in pil/ poedervorm … in
reformwinkels te verkrijgen zijn. … Het is aan te raden om de
hoeveelheid aanvullende vriendelijke flora te verhogen in de
periode dat u de medicijnen geeft.
In
het voorwoord schijft dierenarts Michael H. Milts: ‘Het boek
is niet in de eerste plaats een boek over voeding en
medicijnen – het is een boek over begrip en liefde.
Maar
hij schrijft ook: ‘ik raad echter iedereen die een oudere hond
heeft aan zich te houden aan de instructies die de dierenarts
geeft wat betreft de voeding – iedere hond is anders en heeft
speciale behoeftes’.
De
conclusie is: vers vlees, rauw en natuurlijk, zou het meest
ideale voedsel zijn voor de hond!
|
Ca.
1982. Uitgeverij Elmar
H.
G. Wolff, dierenarts
Boek:
‘uw hond gezond door Homeopathie' (184
pagina’s)
Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde
boek:
´Kant-en-klaar voer uit blik en diverse droge
hondenbrokken zijn, althans als ´alleenzaligmakende kost´,
voor de hond niet aanbevelenswaardig. Waarom niet? Elk
conserveringsproces vermindert de vitale waarde van een
voedingsmiddel en onder de daarop volgende opslag gaat ook
de kwaliteit achteruit. Voedsel-in-blik enz. vervangt
altijd iets, hier natuurlijk vers voedsel. Vers voedsel is
en blijft, in het bijzonder voor jonge honden in de groei,
het allerbeste wat men ze kan voorzetten.
Ook
verdragen honden soms sommige fabricaten niet, ze
springen er weliswaar gretig op af, omdat er een
chemische lokstof inzit en ze eten het wanneer je het ze
maar voorzet. Maar helaas wordt door de bijmenging van
de aanlokkelijke geurstof ook de verzadelingsdrempel
verlaagd. Deze dieren weten dan praktisch niet meer
wanneer ze genoeg hebben – het genoeg is – en dus moeten
ophouden. Het gevolg is dat ze gauw te zwaar worden.
Sommige honden hebben dan gelukkig opeens geen trek
meer, andere daarentegen raken ‘verslaafd’ en koersen op
een huidaandoening of middenoorontsteking met
nachtelijke pijn af, aandoeningen die door het nog
gezonde organisme als uitlaatklep worden ingeschakeld om
deze toxinen kwijt te raken. …
Over
de voeding van de hond zijn boeken volgeschreven; daarin
worden diverse meningen gegeven en talloze
voedingsideeën aangedragen. Wij willen die boekerij niet
verder uitbreiden.
Reinigingskuur:
1
deel rauw vlees, 1 deel graankost en 2 delen
plantaardige kost. Mengselverhouding: een eetlepel van
elk: rauw gehakt vlees, rauwe havervlokken, geraspte
rauwe worteltjes (of een wortelgroente, die dus onder de
grond groeit) en rauwe gehakte sla (bladgroen, al naar
het seizoen, wat boven de grond groeit). … De patiënten
hadden meestal de helft van hun hondenleven achter de
rug en voor hun tweede helft bleek dat een
voortreffelijke voeding. (Aanmerking: bij dit dieet
ontbreekt het nodige calcium, tenzij hij met ‘vlees’
vleesbotten bedoelt. En er ontbreekt orgaanvlees. Niet
geschikt voor langere periodes).
Hij pleit ook voor een dag vasten per week. Zoals
u kunt lezen, wordt ook hier het vlees rauw gevoerd.
Verder
laat de auteur in dit boek zien dat homeopathische
middelen bij ziekten van honden met zeer goede
resultaten toegepast kunnen worden.
|
1985.
Uitgeverij van Holkema & Warendorf,
Weesp
Dr.
M.A.J. Verwer. dierenarts,
oud-practicus en em. lector van de
diergeneeskundige faculteit van de
Rijksuniversiteit te Utrecht.
Boek:
‘Honden van binnen uit’ (216
pagina’s)
Over
het gedrag en karakter van ons oudste huisdier.
Citaten
over voeding en gedrag uit het genoemde boek:
Gestroomlijnd
voedsel. Over hondenvoeding is veel
geschreven, althans over de samenstelling ervan.
U kunt elders ruimschoots voor terecht. Maar er
is weinig aandacht aan besteed of daarbij ooit
ook maar één hond enige inspraak heeft gehad. Ik
heb er nog heel weinig over kunnen lezen wat een
hond denkt, als hij zijn dagelijks goed gevulde
bak-met-brokjes krijgt. De aanblik zelf echter
lijkt mij niet zo bezielend voor een carnivoor.
En dat ondanks de goede kwaliteiten van zijn
fabrieksmatig klaargemaakte eten. Want alles zit
er immers in! Het is ‘compleet’ en
wetenschappelijk verantwoord. De wetenschap
waakt. De dienaren der wet en de
consumentenbonden kijken nauwlettend toe.
De
hap-klare brokjes en verbrokkelde hapjes, de
mopjes en pijpjes en korrels in allerlei vormen,
staan ook onder toezicht. Maar honden zijn nog
altijd gruizige eters. In een mum is de maaltijd
verorberd. De nog na-likkende lebbertong schuift
het leeg-rammelende bakje tot in de verste hoek
van de keuken. Het is echt allemaal op! En
telkens weer kijkt zo’n dier dan iewat beteuterd
dat ’t feest al voorbij is, nauwelijks nadat het
eten begon. Zijn maag vraagt om voedsel; maar
zijn bek en zijn zinnen vragen erom iets met dat
voedsel te mogen doen. Ook zijn maaltijd wil hij
onderzoeken, beruiken, besnuffelen. Met zijn
prooi wil hij slepen. Met zijn bek wil hij
trekken en scheuren en schudden vooral. De hond
wil al vretend ook zijn poten gebruiken.
Geknars
van tanden. … Als de eetdrift al lang
is verzadigd, moet de zoekdrift nog beginnen.
Maar zijn bek ligt dan al weer werkeloos stil.
Er is geen geknars van tanden geweest, geen
kraken van versplinterend bot. Er waren geen
slierten en vellen en nergens droop enig
bloederig sap. Er was niks om te slepen, niks om
te gooien, niks om te schudden. Prooi-schudden
is oergedrag. Misschien waren de brokjes best
lekker en voedzaam maar met dat ‘gruis in je
bek’ is niet veel te beleven en er was dus in
feite niets aan! Teleurgesteld zoekt zo’n hond
dan weer zijn maand op.
Niet
alle dagen bruine bonen. De vorm
waarin het meeste hondenvoeder worden
aangeboden, komt niet tegemoet aan de eigenlijke
eetdrift van het dier. Die eetdrift kent een
tweede honger, de honger van het zielenleven van
de carnivoor die, levend van een prooi, altijd
met zijn voer het nodige moet kunnen doen. Maar
wat is er nu met brokjes te beleven? Onze
huisdieren – de meeste althans … missen op dit
punt ook het grote voorrecht van de
zelf-verwerving van het voedsel. Die verwerving,
het op uit moeten (mogen) om aan de kost te
komen, (aanmerking in het boek) kam zoveel
eerder al ter sprake. Het is dus onze taak op
beide frustraties in te spelen.
Het
gemis van de inspanningen die gepaard gaan aan
de verwerving van het voedsel, kan ondervangen
worden door veel beweging in de buitenlucht. Dat
zijn de tochten met de baas naar buiten en de
bezoeken aan gemeenschappelijke uitlaatplaatsen
die vaak een avontuurlijke speelgrond en een
altijd boeiend trefpunt zijn. Op de noodzaak van
het ‘samen er op uit’ werd bij herhaling reeds
gewezen.
En
de andere frustratie? Die van het monotone
brokjes-voer? Wel, die kan gecompenseerd worden
door af en toe een eetmaal te bereiden dat een
feestmaal wordt. Nu kun je op je kamerbreed
tapijt natuurlijk niet een dode ezel vlijen en
ook kom je zo’n kadaver niet alle dagen tegen in
een stille wijk von Kloetinge of
Wymbritseradeel. Maar zo iets beleeft een hond
dan ook slechts in zijn stoutste dromen. We
kunnen echter wel voor compensatie zorgen.
Waar
we heen moeten, zoals u al ziet aankomen, is dat
zij er juist werk aan moeten hebben om hun
portie klein te krijgen. Het moet een hele klus
worden en maal naar binnen te spelen. Ze moeten
eens kunnen vreten, zoals het besten van hun
soort en geaardheid betaamt al hoeft dat dan
niet elke dag.
Diepvriesvlees.
Maar er is dan ook nog meer. Bij de
dierenspeciaalzaken kunnen we diepvries
verpakkingen kopen gevuld met stukjes echt vlees
waaraan zijn toegevoegd ontsloten (verteerbar
gemaakte) granen, groenten, mineralen,
sporenelementen, vitaminen en ruwvezel. Door al
die toevoegingen aan ’t diepgevroren vlees is
ook dit voer een volwaardige complete voeding
geworden.
De
diepvriesvoedingen worden, omdat het stukjes
vlees zijn, al heel anders door de honden
opgegeten en geapprecieerd dan de zo weinig
geest-driftig-makende brokjes. Toekijkend bij
het verorberen van dit voer, zeg je al: dit is
meer dan gewoon eten, dit is ook al een beetje
genieten.
Hompen
vlees. Maar we gaan verder. Er is nog
meer op de markt. Er zijn diepvriesverpakkingen
met stukken vlees van 300 tot 500 gram elk. Dat
gaat voor een middelgrote hond al aardig op een
respectabel pseudo-prooi lijken. Daarmee is wat
te beleven. Behalve pens en boekmaag is er ook
kopvlees, er zijn runderstrotten met vlees
eraan, er is runderlever en runderhaart. Het
zijn er even zoveel mogelijkheden om er eens af
en toe een echt feest van te maken. Dit ‘af en
toe’ staat er bewust, omdat een maaltijd van
vlees alleen geen complete voeding is. Wat u ook
koopt, let er voor de basis-voeding van elke dag
altijd op dat op de verpakkingen de aanduiding
‘compleet’ moet worden vermeld. En bij de
feestmaaltijden, die ook de tweede honger
tegemoet treden, moogt u daar van afwijken.
Appropos,
in het bovenstaande werd steeds over vlees en
organen van runderen gesproken. Het vlees van
paarden, schapen, geiten en kippen is eveneens
toegestaan. Er is één dier volstrekt
uitgezonderd, dat is het varken.
Het
voeren van rauw varkensvlees is levensgevaarlijk
voor een hond, vanwege het virus van Aujeszki
waarmee dit vlees besmet kan zijn. Door koken
wordt het virus wel gedood, maar ook het voeren
van gekookt varkensvlees is voor honden niet
gezond. Van de 16 miljoen varkens die wij in ons
land jaarlijks slachten, mogen onze honden dus
geen gram hebben!
Het
betere bijtwerk. We gaan weer
verder. Behalve het genieten van stukjes vlees
en het feesten op grotere stukken moeten honden
ook kunnen knagen, knabbelen op harde botten en
stukken pens. Het zo machtige carnivoeren-gebit,
bediend door sterke kauwspieren en gestuurd door
de zo voorname kopzenuwen, moet immers van tijd
tot tijd de uitdaging krijgen, zijn eigenlijke
primaire taak te verrichten in het betere
bijtwerk.
Wolfen
weten daarmee wel raad en omdat wolven ook de
behaarde huid van de prooidieren eten, deren hun
de botten niet. Onderzoekers vonden botdelen
terug in de fecaliën van wolven – netjes verpakt
in de harige huidresten van die zelfde prooi.
Bij
honden echter is het oppassen geblazen. Gebraden
botten zijn voor honden zelfs fataal. Ruwe
botten geven vaak een harde krijt-achtige
ontlasting met kans op obstipatie (verstopping)
of koprostasis (blokkade van de einddarm door
harde massa’s). (Opmerking – de barf verhouding
in de hoeveelheid bot aanhouden! – en bot eten
moet geleerd worden – nooit bot en brok samen
voeren, MB).
Kauwhoefjes (de hoornschoenen van de
rundervoeten)…. zijn geschikte kauwobjecten en
ze zijn ongevaarlijk speelgoed. … Door erop te
bijten en te sabbelen worden de hoefjes week.
Tenslotte worden ze als een soort overmaatse
toffee opgevreten.
Als
we nu weten dat wolven van een kariboe, een
bison, een muskusos of witstaarthert niets
onbenut laten dan alleen de staart, maar horens,
hoeven en geweien meeslepen naar ‘t hol als
speelgoed voor de welpen, dan passen deze
hoefjes toch prachtig in het gevoelsleven van de
hond.
…
Tenslotte zijn er ook nog stukjes stokvis.
Honden kauwen er graag op. Het is hun kauwgom.
Maar dit is meer het kleinere werk.
(Opmerking. Ik
hoop de auteur en de uitgever mogen mij
vergeven uit dit prachtige boek een klein stuk
over voeding integraal overgetypt te hebben.
Dr. Verwer, u hebt met dit boek een grootte
bijdrage geleverd aan mijn kennis over honden.
Dank u wel!)
|
Lezingen
1987
Syllabus. De
hond en zijn voeding
Ir.
N. Dhont
Citaten
over voeding (rauw voeren hond) uit het
genoemde boek
…..
De z.g.n. 'darmflora' (darmbacteriën)
bestaat uit een aantal verschillende
bacteriën die allen een zelfstandige en
onderlinge taak hebben. Een storing in
de darmflora kan diarree tot gevolg
hebben. Dit kan o.a. geschieden bij
plotselinge overging van het ene
droogvoer naar een ander droogvoer. Dit
hangt mede samen met de verteerbaarheid
van het betreffende voeder.
Vermoedelijk
wordt de basis van de productie van de
genoemde stoffen en bacteriën, reeds
tijdens het zogen gelegd.
Honden
zijn zoals voorvermeld 'carnivoren'
(prooieters) dus VERS-vlees eters.
In
versvlees zijn een deel van de
betreffende stoffen en bacteriën
aanwezig. Gebruikt U droogvoer, dan
verdient het aanbeveling zo af en toe
een versvleesdag in te voeren, baat het
niet, schaadt het niet en U doet alles
om zo ideaal mogelijk te voeren. Later
wordt hierop terug gekomen.
…
Indien de fecaliën langdurig in de dikke
darm verblijven, kunnen toxinen
(gifstoffen) ontstaan, die de darmwand
chronisch irriteren, ontstekingen kunnen
het gevolg zijn.
Geabsorbeerde
toxinen worden via de bloedbaan naar de
lever vervoerd, waar ontgifting plaats
vindt. Indien het aanbod van toxinen te
groet is, kan de lever dit niet
verwerken en zullen andere
"uitlaatkleppen' van het lichaam benut
moeten worden.
De
toxinen verlaten het lichaam in
dergelijke gevallen, via ontstekingen,
huidaandoeningen, kristalneerslag in de
gewrichten (reumatische aandoeningen)
enz. enz.
Een
overmaat aan geraffineerde
koolhydraten en vetten en het massaal
gebruik van medicamenten, kan leiden
tot verstoring van het darmflora
evenwicht, hetwelk de vorming van
schimmel uit gisten, kan bevorderen.
Ook kunnen allergieën optreden.
…
De enzymen zelf kunnen niet zonder hulp
van andere enzymen aangemaakt worden.
Enzymen zijn verantwoordelijk voor de
'graad' van de gezondheid van de hond.
Elk enzym heeft een taak, is de aanmaak
van een enzym geblokkeerd, dan ontbreekt
er een onderdeeltje in de stofwisseling
van de cel, waardoor de cel wordt
uitgeschakeld. Zo worden de organen van
de hond, die uit miljoenen cellen
bestaan, ziek. Enzymen hebben een taak
in de spijsvertering, de stofwisseling,
de celademhaling, de hormoonproductie,
de aanmaak van nieuwe enzymen en
beïnvloeden zelfs het gedrag van de
hond. Een opstelling van de taken van de
verschillende enzymen, is onmogelijk, er
zijn er teveel. Leven zonder enzymen en
hun reactieketens, is onmogelijk.
De
aanmaak van enzymen wordt sterk
beïnvloed door de voeding, de
voedingsstoffen en de vele extra
toevoegingen, waarvan vooral de
pesticiden een schadelijke invloed
hebben. Sommige voeders bevatten
Etoxyquine, een anti-oxydant, dat als
pesticide geboekt staat bij de WHO.
De grondstoffen, vooral die van
plantaardige oorsprong, zijn met
pesticiden op het land bewerkt. Veel van
dergelijke grondstoffen worden in de
droge voeders verwerkt. Pesticiden
worden door verhoogde temperatuur NIET
afgebroken.
Enzymen
worden in het lichaam vrijwel NIET
opgeslagen, de aanmaak geschiedt in een
kringloop, waarin continu nieuwe
enzymen, aangemaakt en afgebroken
worden. Bij infecties, worden sommige
enzymen versneld aangemaakt. De meeste
enzymen worden bij een temperatuur van
37 graden Celsius onwerkzaam.
Enzymen
hebben de navolgende eigenschappen:
1.
het zijn eiwitten
2.
ze zijn in staat de reactiesnelheden te
verhogen
3.
de werking is zeer specifiek; elk enzym
beïnvloed slechts een reactie
4.
ze zijn in kleine hoeveelheden werkzaam
5.
voor zover ze niet door een te hoge
temperatuur zijn beschadigd, zijn ze na
de reactie weer
onveranderd beschikbaar.
6.
hun activiteit is afhankelijk van de
temperatuur en de zuurgraad.
7.
bij veel enzymen zijn andere stoffen
nodig voor de werking.
….
De zeer vele huidklachten bij de hond,
die overwegend veroorzaakt worden door
de voeding, vergen een speciale
behandeling. Het is niet zo dat men met
het geven van extra voedingsstoffen,
dergelijke huidziektes kan genezen.
Afhankelijk
van de soort van de ziekte, hetgeen
alleen Uw dierenarts kan vaststellen,
wordt de laatste jaren veel gebruik
gemaakt van een enzymen preparaat dat
tevens de lichaamscellen voorziet van
extra zuurstof. Het middel zelf is
onschuldig, baat het niet schaadt het
niet. Uit
de praktische ervaring blijkt tevens,
dat ook andere afwijkingen snel
verdwijnen, wel is het dan
noodzakelijk dat men overgaat op de
natuurlijke voeding van de hond, dus
versvlees. Natuurlijk
dient het versvlees volledig te zijn en
(bij voorkeur) onder controle te zijn
van TNO/Civo, omdat vlees bestemd voor
diervoeding niet onder de algemene
vleeskeuringwet valt. (Staatsblad 506)
Hoe
ontstaan ziekten/afwijkingen als
gevolg van verkeerde voeding?
1) Teveel
eiwit in het voer, ten opzichte van de
totale Metabolische Energie, is
schadelijk en kan zeer
ernstige afwijkingen
veroorzaken.
Huidklachten: Pukkels op weke delen,
zoals snuit, buik, neus, binnen de heup
en de schouders. (Komt veel voor,
indien men naast volledig droogvoer,
pens of vlees bijvoert)
2) Geraffineerde
vetten; deze komen veel voor in voeders
die door vee-voederfabrieken worden
samengesteld, blikvoeders, goedkope
soort voeders enz. Dergelijke vetten
zijn in veel gevallen slecht enzymatisch
afbreekbaar en veroorzaken tal van
gebreken. Bij sterk verhitte eiwitten en
vetten, kunnen reactieve stoffen
ontstaan, die de vertering van
koolhydraten en vetten kunnen
beïnvloeden.
3) Verkeerd
samengestelde voeders: Zijn de vitaminen
niet gecoat (een speciale behandeling)
dan gaan verschillende belangrijke
vitamines als antioxidant fungeren,
zodat binnen korte tijd het vitamine
geheel is 'opgebruikt'. In de gevallen 2
en 3, ruikt de hond een afwijkende geur,
waardoor voedsel opname wordt geweigerd,
de acceptatie loopt geheel terug.
4) Overvoeding
kan afwijkingen veroorzaken: Voer tot
het bereiken van het 1/2
volwassengewicht 3 keer per dag, tot het
bereiken van het 1/1 volwassengewicht,
(liefst 3 keer) maar minstens 2 keer per
dag. Na het bereiken van het volwassen
gewicht en uitgroeiing, (teven na de
24ste maand en reuen na de 26ste maand),
liefst 2 keer per dag.
….PUPS,
DE 7e TOT AAN DE 13e WEEK: In de 7e week
wordt het tijd om op vaste voeding over
te gaan. Het is raadzaam dit te doen via
versvlees, (gekeurd door TNO/CIVO en
uiteraard kompleet). De eerste 2 dagen
kunt U nog wat pap voeren en reeds
beginnen met de overgang naar versvlees.
De 3e dag kan de pup reeds volledig met
versvlees worden gevoerd. Versvlees is
niet steriel en bevat een aantal
enzymen, hormonen en bacteriën, die de
pup nodig heeft. De overgang d.m.v.
droogvoer, hoe goed ook, is af te raden
aangezien dit praktisch steriel is
(evenals blikvlees) en de pup daardoor
(mogelijk) een aantal enzymen en
bacteriën mist die voor de volledige
stofwisseling noodzakelijk zijn. Voert
U naast het versvlees kompleet NIETS
bij, ook geen kalk of een vitamine
preparaat. NIETS
helemaal NIETS, voer ook niet teveel. U
kunt op de tabellen zien hoeveel U moet
voeren, houdt U zich daaraan,
'teveel' kan ernstige afwijkingen
veroorzaken evenals een te hoge
eiwitfractie, dat van invloed kan zijn
op het latere gedrag van de hond
(agressie). Voer nooit kompleet voer
door elkaar of met andere producten, u
verstoort de balans.
…Tot
aan het halve volwassenengewicht: In de
13e week kunt U langzaam overgaan op
droogvoer of diner. Het
kan natuurlijk geen kwaad indien U
versvlees blijft voeren. Het
is aan te bevelen om elke 14e dag een
versvleesdag te maken, de pup krijgt dan
de eventueel ontbrekende enzymen en
bacteriën, via de versvleesdag.
… Ook
de volwassen bonden kunnen een tekort
hebben aan bepaalde enzymen en of
bacteriën. Geef derhalve altijd wat
kompleet versvlees … Sommige
enzymen zijn slechts seconden- andere
maanden werkzaam. Welke kunnen ontbreken
is niet bekend er is nimmer onderzoek
naar gedaan…..
…
Het verbruik, van volledige (complete)
hondenvoeders (aanmerking: brok, blik)
is de laatste jaren enorm toegenomen. Om
enigszins wegwijs te worden in het grote
aanbod moet men kunnen selecteren. Op 14
augustus 1986 waren er in Nederland 246
verschillende complete hondevoeders
verkrijgbaar. Goed voor een vermelding
in het Guinness boek of Records, maar
erg tragisch voor onze honden en hun
eigenaren. Er is vrijwel geen
veevoederfabriek waar geen hondenvoeder
wordt gemaakt. Het is droevig dat er
geen voorschriften zijn betreffende
vakkennis o.i.d. zoals bijvoorbeeld bij
tabakswinkels enz.
In
Nederland kan men een hele populatie
honden door verkeerde voeding
uitroeien, zonder dat er een haan naar
kraait. Bewijs is nooit te leveren.
Wil
men zich enigszins beschermen tegen
"verkeerde" voeding voor de hond, dan
dient men zelf maatregelen te nemen.
In
feite Zou U de verschillende voeders
kunnen beoordelen zoals ook de
keurmeester keurt, n.l. in Uitmuntend,
zeer goed, goed en matig (lees slecht)
UITMUNTEND (U) De
natuurlijke voeders dus VERSVLEES
uiteraard wel kompleet. Jammer
genoeg is er slechts een enkele fabriek
(aanmerking dit was 1986) die vrijwillig
onder controle staat van het CIVO (TNO)
te Zeist en regelmatig de analyse laat
controleren. Daarnaast zijn er een
aantal ‘knoeiers’ die z-g.n. complete
versvleesmaaltijden verkopen, zonder dat
er ook maar enige controle wordt
uitgevoerd en de noodzakelijke kennis
van zaken missen. Wees ook voorzichtig
met versvlees uit de slagerijen.
Besmetting met het aujewsky virus is
niet uitgesloten, omdat ook varkensvlees
door de verkoper wordt aangeraakt en zo
gemakkelijk het virus kan overbrengen.
Voor de mens is dit NIET gevaarlijk,
maar honden sterven een vreselijke dood,
het is niet geneesbaar. (De slager mag
overigens geen onverpakt vlees voor
diervoeding verkopen).
Versvlees
heeft ook het voordeel, dat de enzymen
en bacterien nog werkzaam zjn en
daardoor een eventueel enzyme tekort
wordt voorkomen. Kompleet
versvleesvoeder, is in feite aangepast
aan de analyse van het komplete
prooidier, zoals t.w. het
eiwitgehalte, het vetgehalte, de
overige koolhydraten, en ... De
biologische waarde is evenals de
verteringsgraad erg hoog in
vergelijking tot de diverse
droogvoeders en diners. De Ontlasting
bij kompleet versvleesvoer is 62%minder
dan bij kompleet droogvoer.
…Blikvoeders
zijn geautoklaveerd, ergo steriel. Dit
geldt uiteraard dan ook voor de mogelijk
noodzakelijke bacteriën en enzymen. In
feite maakt het niets uit of U droogvoer
of blikvoer aan Uw hond verstrekt.
(Beide voeders zijn vrijwel steriel).
Omgerekend
is droogvoer belangrijk goedkoper,
aangezien het veel minder vocht bevat.
Een
andere vraag is, wat zit er in de bus
??, dat kan variëren van echt vlees en
organen tot varkensstrotjes.
Varkensvlees wordt ook veel gebruikt,
maar dat kan door het autoklaveren geen
kwaad, varkensvlees kan -mits steriel-
soms een goede voederbron zijn.
Autoklaveren
heeft erg veel nadelen door de hitte
behandeling. De onderzoeker v. Eggum
schrijft hierover:
‘De
mate waarin hitte behandelingen
schadelijk kunnen zijn voor de
eiwitten, is afhankelijk van de duur
van de verhitting, de mate van
verhitting en of de verhitting in aan
of afwezigheid van water plaats vindt.
Tevens kunnen de aanwezige
koolhydraten en vetten, reageren met
reactieve groepen in het eiwit,
waardoor componenten ontstaan, die in
de darm niet enzymatisch afbreekbaar
zijn’. …..
De
heer Dhont heeft in deze Syllabus nog
zeer veel interessants te vermelden,
maar het sprengt deze
literatuurstudie.
In zijn boek ´ONZE HOND,
voedingsgids´schrijft hij over de
maag.´.. Dit magsap is een sterk zuur
(van zoutzuur) en het bevat
spijsverteringsenzymen. Verrzweg het
voornamste daarvan is het enzym dat de
eiwitten aantast en tot kleinere brokken
afbreekt. De aanwezigheid van zoutzuur
in het maagsap is om verscheidene reden
van groot belang. Allereerst werkt het
eiwitsplitsende enzym het best in een
sterk zuure omgeving. Het wordt uit een
onwerkzame vorm werkzaam gemaakt. Door
het maagzuur kan b.v. bot en kraakbeen
opgelost worden. Zodra het voedsel door
het sterk zure maagsap wordt aangetast,
houd de inleidende spijsvertering op. De
sterke zuurgraad van het maagsap is van
groot belang omdat zeer veel
microorganismen (bacteriën e.d.), die
onvermeidelijk met het voedsel worden
opgenomen in de maag worden gedood.
Hierdoor is het eerste gedeelte van de
dunne darm vrijwel kiemvrij.´...
(Aanmerking. Bij brokgevoerde honden is
de PH waarde van het maagsap te hoog om
bot makkelijk te kunnen verteren. Daarom
geen botten voeren naast brok).
|
1987.
Uitgeverij Thieme & Cie,
Zuthpen
Valerie
Mai
Boek:
‘Onze Poedel’ (184
pagina’s)
Citaten
over voeding (rauw voeren hond)
uit het genoemde boek:
‘Op
het gebied van de voeding liggen
de meningen van deskundigen op
hondengebied uiteen. Maar over
een is men het eens, de hond
moet uitgebalanceerd voedsel
krijgen. Dat betekend dat de
voeding moet bestaan uit
ongeveer 60% vlees, 30%
hondekoek of gekookte rijst en
ongeveer 10% groenten. Vlees is
dus het belangrijkste
bestanddeel van de voeding voor
de hond. …(Opmerking:
uit huidig zicht versvlees en
brok niet mengen door het
verschil in de nodige
zuurteegraad bij de
spijsvertering).
Zelf
een maaltijd samenstellen:
Vlees/
eiwitten: Spiervlees
van het rund, kalf, paard, wild
of kip. Orgaanvlees: lever,
nieren (licht gekookt of
aangebraden, anders diaree),
hart.
Organen
van gevogelte: hartjes, maagjes,
levertjes (licht gekookt of
aangebraden, anders diaree),
boekmaag, pens (het liefst
‘vuile’ pens), long (gekookt,
weinig voedingswaarde), slont
(van tong), kopvlees.
Varkensvlees
alleen gekookt (risico ziekte
van Aujesky). Gekookte vis
zonder graat, gedroogde vis.
Eieren (eiwit gekookt), kwark,
melk (ongekookt en gekookt).
Groente/
fruit… alle
soorten … milde kruiden,
peterselie, …..(Opmerking
MB: geen druiven, prei, uien,
groene tomaat – deze zijn gif
voor honden)
Botten: kalfsbot
en kalfskraakbeen met mate.
Bijlagen: (boter,
bécelmargarine, biergist,
tarwekiemen (olie), hondekoek,
rijst (gekookt)
Zout: vleeseters
hebben weinig kookzout nodig,
omdat er in vlees voldoende
natriumzout aanwezig is. Een
klein snufje zout toevoegen aan
zelf klaargemaakt voedsel kan
echter beslist geen kwaad,
integendeel.
Verder
beschrijft deze auteur brok en
blikvoeding en geeft veel
informatie over de poedel.
|
1988.
Uitgeverij Edition
Leipzig (voormalige DDR)
Dr.
Manfred Bürger (werkte
o.a. in de dierentuinen
van Berlijn en
Maagdenburg)
Boek:
‘Lexikon
der Hundehaltung’ (456
pagina’s)
Diplom
bioloog Irmgard
Toepfer was de
verantwoordelijke
coauteur voor o.a.
voedingswijzen.
Vooraf.
Tijdens een
tentoonstelling had ik
een lang gesprek met
dierenarts Hans-Jürgen
Streuer, eigenaar
van Pansen-Express.
Hij vertelde o.a. dat
allergie bij honden in
de voormalige Duitse
democratische republiek
nauwelijks voorkwam. Wel
las men erover in de
vakliteratuur uit het
westen. Honden werden in
de DDR voornamelijk
gevoerd met het ‘vers
vlees emmertje van de
slager’. Inmiddels is
het allergieprobleem in
geheel Duitsland een
thema, ook in de ‘neuen
Bundesländer’. Dit komt
volgens drs. Streuer
doordat er nu overal
fabrieksvoer zijn
intrede deed. MB.
Citaten over
voeding (rauw
voeren hond) uit
het genoemde boek (vrij
vertaald uit het Duits
door dogsloveit):
Pag.
155. … Vlees
moet de hoofdmoot van de
maaltijd uitmaken. … De
maaltijden moeten niet
alleen uit spiervlees
bestaan, maar ook uit
orgaanvlees. … Vermelden
moeten we ook pens moet
rauw en ongewassen
gevoerd worden. … Om de
voedingswaarde van het
vlees niet negatief te
beïnvloeden moet het
naar behoren bewaard
worden. Dit is ook de
reden dat vlees rauw
gevoerd moet worden (op
sommige uitzonderingen
na, zoals varkensvlees,
baarmoeder, ed.)
Pag
165. … Er
bestaan wetenschappelijk
vereiste normen in de
hondenvoeding. … Dit
heet niet dat op het
gram nauwkeurig
dagelijks het rantsoen
berekend moet worden,
maar enkele grondregels
van de voersamenstelling
dienen gevolgd te
worden. … Volwassen
honden krijgen dagelijks
een maaltijd. … Vlees in
stukken die bij de
grootte van de hondenbek
past … en niet
uitsluitend tot brei
vermalen voer … groenten
voor een betere
verteerbaarheid geraspt.
… Botten worden met mate
aan honden gevoerd om
verstoppingen te
vermijden. Uiteraard is
te bedenken dat met de
krachtige tanden ook
grote pijpbotten kapot
gebeten kunnen worden,
welke dan evenwel
gevaarlijk kunnen
splinteren zoals botten
van gevogelte en
kleingedierte.
Pag.
167. … Eieren
met mate gevoerd zijn
een waardevol voer. …
Mits men haring vaak of
uitsluitend voert loopt
men het risico van een
vitamine B1
onderverzorging. Als men
te vaak lever voert
loopt met het risico van
een oververzorging met
vitamine A. Wordt
dagelijks een kleine
hoeveelheid lever
gevoerd verdraag dit de
hond probleemloos.
…
Bij oudere honden
kleinere maaltijden, tot
brei vermalen en vaker
per dag voeren. .. Licht
verteerbaar mager vlees,
magere vis, gemalen
groente en eventueel
enkele vitaminedruppels
aan een oudere hond
voeren. … Botten bij
oudere honden niet meer
voeren.
Pag.
168. Om de
maag en de darm optimaal
bezig te houden, niet al
het vlees tot brei
vermalen … het vlees in
zulke stukken voeren,
dat het makkelijk
geslikt kan worden. Voor
pups, oudere honden of
zieke honden dient het
voedsel wel tot brei
vermalen te worden. …
Vlees zou normaliter
rauw gevoerd moeten
worden. Dit komt overeen
met het natuurlijke
voedsel van de hond, ook
qua smaak. Bovendien
verliest men door
verhitten belangrijke
bestanddelen van het
vlees, in het
bijzondere, de
vitamines. … Groente mag
gestoofd worden, deze
zijn dan makkelijker
verteerbar. … Elk
voer op
lichaamstemperatuur
aanbieden.
…
Het is geen nadeel de
rantsoenen precies naar
voedingsstoffen te
bereken. Maar ook dan is
er geen garantie dat het
voorgeziene vlees ook
precies de aangegeven
inhoudstoffen/ calorieën
heeft. In de praktijk
kan de hond door
vereenvoudigde voering
ook gezond gevoed
worden. Fabrieksvoedsel
heeft o.a. als nadeel
dat gewoon brei vervoerd
wordt. … Dan wel af en
toe een vleesmaaltijd
geven. … Zelf bereide
voeders dienen uit 2/3
van dierlijke en voor
1/3 van plantaardig
oorsprong te zijn. … Van
dierlijk oorsprong:
vlees, orgaan, vis,
melkproducten zoals
quark en kaas. Van
plantaardig oorsprong:
havermout, rijst,
tarwevlokken, groente,
fruit. (Opmerking:
sommige honden reageren
slecht en allergisch op
graan. Graan is uit
huidig zicht niet nodig
in de hondenvoeding. Een
van mijn honden met
allergische aanleg
reageert slecht op
kaas).
Worden
alle ingrediënten
afwisselend gevoerd en
geeft men nog
toevoegingen zoals een
mineraalpreparaat heeft
men een uitgewogen,
appetijtelijke en
gezonde
voeding. (Opmerking:
niet doen als met barft
met botten en niet doen
bij KVV). … Oudere
honden hebben minder
calorieën nodig maar
daarvoor hoogwaardige
eiwitten dat energiearm
maar proteïnerijk en
licht verteerbaar is.
Pag.
168. Om aan
de benodigde mineralen
te voldoen kan aan het
voer ook verschillende
preparaten toegevoegd
worden. Bij
mineralenmengsels
volgens de fabrikant
doseren. …
Vitaminepreparaten
alleen op aanwijzingen
van de dierenarts
toevoegen omdat men
makkelijk een
overdosering krijgt.
Word afwisselend gevoerd
zijn alle benodigde
vitamines in het voer
aanwezig (lever, pens,
ei, melkproducten,
biergist, tarwekiemen,
tarwekiemenolie,
groentes, fruit). …
Biergist bestaat uit 50%
eiwit, 1,3% vet, 36,1%
koolhydraat … en is rijk
aan vitamine B.
Bottenmeel is te
gebruiken bij honden die
geen bot willen eten of
door hoge leeftijd niet
meer zouden moeten eten.
Pag.
168.
Fabrieksvoer –
uitzondering gedroogd
vlees – is brei en
daardoor volledig
tegennatuurlijk voer
voor de hond. Het
maag-darm-stelsel van
een hond is ingericht op
het verteren van grote
vleesbrokken. Op zijn
minst jongere dieren zou
men het benodigde vlees
als rauwe vleesbrokken
moeten voeren. …. Het is
nodig de hond ook vetten
te voeren want zonder de
vet oplosbare vitaminen
kan het lichaam de
andere geleverde energie
niet gebruiken. Ca. 5%
van de volwassen
hondenvoeding zouden
vetten moeten zijn, bij
jonge honden wordt het
dubbele gerekend Het een
en ander is afhankelijk
van de hoeveelheid
benodigde essentiële
vetzuren die al in het
voer aanwezig zijn. Men
rekent 1,3 g/kg
lichaamsgewicht bij
volwassen honden. De
vetten mogen zowel van
dierlijke als ook
plantaardige oorsprong
zijn (levertraan, vis,
plantenolie, margarine),
waarbij een te hoog
gehalte aan onverzadigde
vetzuren tot vitamine E
gebrek kan voeren.
Gewaarschuwd moet worden
voor ranzig vet want
daarmee worden de
vetoplosbare vitaminen
kapot gemaakt. … Vet is
ook aanwezig in
orgaanvlees en in alle
weefsels. … Vetten zijn
onontbeerlijk voor een
uitgewogen en optimale
voeding. Vetten leveren
de meeste energie (60%)
en bevatten de voor het
lichaam zo nodige
onverzadigde essentiële
vetzuren en de
vetoplosbaren vitamines
A, D, E, K en zijn van
wezenlijk invloed op de
smaak van het voedsel.
Er
staat nog heel veel meer
interessants in het
boek, maar hier laat ik
het voorlopig bij.
Maar
ook door de auteurs in
dit boek wordt het
voedsel rauw en vers,
natuurlijk!- aan de
hond aangeboden.
1989.
Uitgeverij Zuid
Boekprodukties BV,
Lisse.
Ruud
Haak. Kynoloog, auteur
van tientallen boeken,
voormalig
hoofdredacteur “Onze
hond’.
Boek:
Honden; voeding;
verzorging;
huisvesting (271
pagina’s)
Citaten over voeding
(rauw voeren hond) uit
het genoemde boek:
…’Maar tegenwoordig
schijnt er niets zo
onduidelijk te zijn als
juist de voeding van de
hond. Want sinds de
wetenschap zich met ons
hele leven, en dat van
onze honden, blijkt te
moeten bemoeien, voelen
veel hondenliefhebbers
zich erg onzeker over de
voeding van hun
huisdier. …
Je
zou er bijna van gaan
huilen, zo moeilijk is
voeding voor de hond!
Gek trouwens, dat onze
ouders en grootouders
daar anders over
dachten …Net
als bij mensen, kan de
volwassen hond best af
en toe eens worden
volstaan met voeding die
niet geheel aan de
gestelde
‘wetenschappelijke
normen’ voldoet. Het
schaadt ons mensen
namelijk ook niet; en
wij doen dat bijna
dagelijks! …
Waar beslist niet moet
worden bespaard: bij de
voeding van de
opgroeiende hond.
… Elke
hond is naar zijn
afstamming een
prooidier- eter.
Daaraan is in principe
door de lange gewenning
aan de menselijke wereld
voor onze huishond
weinig veranderd. Toch
zou het verkeerd zijn om
de voedingsbehoefte van
onze huishond af te
meten naar stamvader
wolf. …
De belangrijkste
veranderingen: Het feit
dat de hond in onze
westerse wereld
regelmatig zijn voer
krijgt. De tijden die
hem op de rand van het
verhongeren deden
belanden, kent hij
gewoonlijk al lang niet
meer. De huidige hond
hoeft om aan zijn
voeding te komen
nauwelijks nog grote
lichamelijke
inspanningen te leveren.
Het voer wordt hem
tegenwoordig in de
voerbak aangereikt. Dat
zijn twee belangrijke
factoren, die in de
voeding van de hond een
rol spelen. Daarnaast
mag uiteraard niet
vergeten worden dat ook
de veranderingen die in
de loop van de vele
duizenden jaren door
menselijk ingrijpen op
zijn menukaart werden
aangebracht hun invloed
op de hond deden gelden.
…
Net zoals de wolf is de
huishond in feite nog
steeds een prooi- of
aaseter. Zijn
spijsverteringsorganen
zijn ingericht op het
verteren van grote
hoeveelheden
vlees. Maar
de natuurlijke
prooidieren bestonden
zeker niet alleen uit
vlees. Want
met name de buik van
planteneters werd als
eerste opgengereten,
zodat de maag- en
darminhoud met smaak kon
worden gegeten. Het
hoeft ons dan ook niet
te verbazen dat honden
met graagte paardenmest
en zelfs menselijke
ontlasting willen eten,
al vinden wij dat in
onze ogen enorm smerig.
…
Honden
zijn met hun
spijsverteringsorganen
niet in staat de
celwand van
plantaardige producten
aan te tasten. Hierdoor
zijn groenten, granen
enzovoort in onbewerkte
toestand voor de hond
vrijwel onverteerbaar.
We kunnen de
voedingsstoffen van
plantaardige oorsprong
voor de hond geschikt
maken door ze fijn te
hakken, te malen of te
koken. …
Maar behalve vlees en
voorverteerd voedsel in
maag en darmen leveren
de prooidieren nog veel
meer. De
hond zal namelijk ook
de botten, het bloed
en het vet van zijn
buit eten. De botten
bevatten, net als het
bloed, mineralen voor
de hond en uit het vet
kan hij belangrijke
vetzuren halen. Daarnaast
zal hij ook stukken vel
en huid met de
onverteerbare haren naar
binnen werken. Die
zorgen voor de nodige
ballaststoffen of
ruwvezel, die van groot
belang zijn voor een
juiste werking van de
darm. Hieruit kunnen we
leren dat we de hond dus
nooit goed voeren als we
hem uitsluitend vlees
verstrekken! … Verder
kan het vlees zowel
rauw, gekookt,
bevroren of gedroogd
zijn, dat maakt voor
de voeding van de hond
niets uit. (Varkensvlees
altijd koken – gevaar
van ziekte van Aujesky.
Varkensvlees kan
huidirritatie
veroorzaken).
… Aan de vervetting van
onze huisdieren wordt
verder nog bijgedragen
door de verkeerde
samenstelling van
voeding; met
name de overmaat aan
koolhydraten in de
vorm van suikersdie
het dier te verorberen
krijgt bij al die extra
lekkernijen. … Geen
eiwit, ook zuiver
spiervlees niet, is op
zich alleen volwaardig.
Het komt altijd op de
samenstelling aan. Voor
de hond hoogwaardig
eiwit bevatten
spiervlees, vis, lever,
nieren, hart, melk,
kwark en eieren;
plantaardig eiwit vindt
hij in havervlokken,
rijst, aardappelen en
sojameel. …Honden hebben
meestal een grotere
voorkeur voor
natuurlijker voeding in
de vorm van vlees en
bijproducten dan de
droge brokken. …. Wen de
hond al jong aan de
nodige afwisseling in
z’n voeding. Dat zorgt
ervoor dat hij ook op
latere leeftijd alles
lust, waardoor hij geen
last hoeft te krijgen
van een ‘zwakke maag’ of
‘gevoelige darmpjes’. En
als verreweg
belangrijkste tip: trek
u niet teveel aan van
wat ‘de wetenschap’ of
‘de reclame’ u allemaal
over hondenvoeding wil
laten weten. Heeft u
trouwens voor uw eigen
voeding wel eens naar
zulke tabellen en
procenten gekeken?
Desondanks
schrijft hij ook:
‘Ofschoon ik ervan
overtuigd ben dat een
hond erg gezond blijft
en heel oud kan worden
met elke dag dezelfde
fabrieksvoer, ben ik ook
voor afwisseling in de
voeding. Dat bevredigt
mens en dier in hoge
mate. Ik
ga daarbij van het
standpunt uit dat wat
in het ene voer
ontbreekt, net als bij
de mens, met het
andere voer wel weer
wordt aangevuld. Maar
zorg er dan wel altijd
voor dat minstens de
helft, of liever
driekwart van zijn
voeding uit compleet of
volledig fabrieksvoer
bestaat.
(Aanmerking:
dit was dus de stand van
zaken 1989. De diverse
merken KVV = compleet
vers vlees voedingen
bestonden toen nog
niet).
Tot slot kan ik het ook
hier niet laten nog de
slotwoorden van kynoloog
Ruud Haak te citeren:
Vijf
voor twaalf. Een
ras zonder heupdysplasie
is bijna niet meer te
vinden; alle
inspanningen van
goedwillende fokkers ten
spijt. Zaken als
elleboog dysplasie,
patella luxatie en
andere afwijkingen aan
skelet en gewrichten
nemen hand over hand
toe.
We
lopen langs een ring
(aanmerking:
tentoonstelling) waarvan
de honden volgens de
grondlegger van het ras
‘moeten lopen als
paarden, niet als
koeien’. Het blijkt dat
er alleen maar ‘koeien’
in de ring lopen. Maar
goed, ze lopen nog, al
is het slecht.
In
de volgende ring staat
namelijk een ras dat bij
warmte al snel het
loodje legt; vanwege
kortneuzigheid en
kortademigheid. En omdat
het ras daarbij ook nog
overgewicht, pardon
‘substantie’, moet
hebben.
Weer
een ring verder zien we
honden die op hun eigen
oren trappen, zo lang
zijn die. Trouwens bij
de reuen van dat ras
zien we dat hun scrotum
nauwelijks enkele
centimeters boven de
grond hangt …
In
de ring daarnaast lopen
honden die zodanig
‘gehoekt’ zijn in hun
achterhand, dat ze met
hun sluipende gang bij
het nemen van de bocht
bijna omvallen …
Weer
een ring verder staan
hondjes, waar bij enige
opwinding de bolle
oogjes uit de kassen
vallen. En hondjes met
een open fontanel. En
honden die er van de
natuur eigenlijk niet
hadden mogen staan,
omdat ze niet op
natuurlijke wijze
geboren kunnen worden.
En honden met agressie …
Voor
de rashond is het vijf
voor twaalf! Als we
werkelijk iets willen
ondernemen zal het nu
moeten gebeuren.
Anders hoeft het
waarschijnlijk nooit
meer …
2006.
Franchk-Kosmos
Verlags-GmbH & Co.
Kg, Stuttgart
Dr.
Vera Biber, dierenarts
Titel:
Allergien beim Hund (123
pagina’s)
Citaten
over voeding (rauwe
hondenvoeding) uit het
genoemde boek (vrij
vertaald door
DogsLoveIt):
…
Allergie is een
individuele overreactie
van de lichaamseigen
afweer tegen stoffen uit
de lucht, het water, het
voedsel, injecties en
medicijnen in vaste,
vloeibare of gasvormige
omgevingsmaterialen, die
andere individuen (nog)
probleemloos verdragen.
…
80% van alle allergische
honden reageren op
mijten (voermijt/
huisstofmijt/ hooimijt)
…
Allergieën kunnen het
beste vorkomen worden
door adequate
onderhoudsomstandigheden,
en door voeding.
Onderstaande
‘voedselpiramide’ laat
de samenstelling zien
van de meeste
hedendaagse
hondenvoeding (brok):
*
bewerkt graan en
toevoegingen 60-90%
*
plantaardige en
dierlijke ballaststoffen
*
vleesextracten
*
vet 5%
*
H2O in droogvoer 9%
Maar de
‘voedselpiramide’ zou zo
eruit moeten zien (vers):
*
graan maximaal 10 %
*
botten & kraakbeen
*
vet minimaal 10 – 20%
*
groenten, fruit en
kruiden 10-30%
*
spiervlees &
orgaanvlees minimaal 60%
*
organisch gebonden H2O
in vlees en planten 80%
…
Door het overzetten op
vers verbeteren bijna
alle allergiesymptomen
inclusief
hyperactiviteit en
vachtproblemen,
bovendien
nierstoringen en
gewrichtsstoringen.
…
Schakel uw hond om op
rauwe versvlees voeding
– of nog beter, doet u
dat van begin af aan. In
het eerste geval
verdwijnen
waarschijnlijk de
allergiesymptomen, in
het tweede geval krijgt
uw hond waarschijnlijk
geen symptomen. Vergeet
voedingstabellen!
Natuurlijke
levensmiddelen hebben
veranderlijke
inhoudsstoffen en
compenseren zich door
afwisseling.
… Goed om te weten: hoe
lang duurt het verteren
van voedsel?
*
Brok heeft tot 15 uur
nodig om weer tot
voorschijn te komen,
vaak met bijna dezelfde
hoeveelheid als erin is
gegaan.
*
Gekookt voedsel verteerd
in 8 – 10 uur.
*
Rauw voedsel verteerd in
4 – 5 uur.
…
Goed om te weten: hoezo
eten honden zo graag
koeienuitwerpselen e.d.?
*
Honden hebben nauwelijks
de mogelijkheid door het
industriële steriele
voer hun darmen met de
nodige bacteriën te
enten.
*
Soms kauwen ze uit
waanhoop om de
nodige bacteriën op
de verzweten sok, schoen
of onderbroek van de
baas want in de grote
steden zijn ook geen
uitwerpselen van koeien
meer te vinden.
Dr. Vera Biber is van
mening dat we beter het
lichaam met extra
nutriënten,
voedingsstoffen,
vitaminen, mineralen,
enzymen etc. kunnen
ondersteunen om
ziekmakende stoffen uit
het lichaam te verjagen
dan hun met een armee
van tegengiften ten
lijve te rukken. Zij
is overtuigde voorstandster
van verse, rauwe
voeding voor de hond.
|
2006.
Uitgeverij
Aspekt
Tannetje
Koning,
dierenarts
Boek:
Voer voor
CARNIVOREN (108
pagina’s)
Citaten
over voeding
(rauwe
hondenvoeding)
uit het genoemde
boek:
…
Natuurlijk is
vers geen
wondermiddel,
het is dan ook
niet de
bedoeling dat u,
zonder een
dierenarts te
raadplegen,
denkt ernstige
ziekten met
uitsluitend de
voeding aan te
pakken. Beschouw
de voeding als
een aanvullende
maatregel naast
de reguliere
maatregelen. Net
zoals wij mensen
zo gezond
mogelijk
proberen te
eten.
… Gezondheid
is meer dan
het vrij zijn
van ziektes.
Dit is een heel
belangrijke
stelling. Veel
mensen die gen
zin hebben om
hun hond of kat
over te zetten
op vers roepen:
de hond doet het
prima, hij is
nooit ziek. Dat
hij geregeld
overvulde
anaalklieren
heeft vergeten
we maar even,
dat heeft toch
niets met
voeding te
maken? En
ondertussen is
de hond bezig om
afvalstoffen in
zijn lichaam op
te slaan. Dit
moet er een keer
uit, soms in de
vorm van
huidproblemen,
oorontsteking
maar soms ook
ineens als een
tumor. Nu beweer
ik niet dat
honden en katten
die rauw voedsel
krijgen nooit
ziek worden of
tumoren krijgen.
Helaas is dit
niet zo, maar
het is wel
degelijk zo dat
de honden en
katten op rauw
voedsel veel
minder kleine
klachtjes
hebben. Hun
weerstand wordt
aanmerkelijk
beter. Ze doen
minder gauw mee
met virusjes die
rondwaren en
weerstand
gerelateerde
ziekten als
demodex,
schimmels,
kennelhoest en
niesziekte komen
veel minder
voor.
Versvleesvoeding
is ook een
wapen dat
ingezet kan
worden in de
strijd tegen
deze ziektes.
…
Het merkwaardige
is dat wij,
mensen, als
advies krijgen
om toch vooral
veel vers te
eten. 200 gram
groenten en 2
stuks fruit per
dag. Want dat
bevat weinig vet
en veel
vitamines en
mineralen. We
krijgen niet te
horen dat we
rustig elke dag
junkfood kunnen
eten zolang we
maar een
multivitamine
slikken.
En
voor onze
huisdieren
krijgen we te
horen dat we ze
vooral
fabrieksmatig
samengesteld
voedsel moeten
kopen. Want dat
is compleet, zo
krijgen ze geen
tekorten.
Zo’n
60 jaar geleden
bestonden al die
commerciële
voeders nog niet
en toen werden
onze honden en
katten ook oud.
Toen kregen ze
pens en botten
en etensresten.
En volgens mij
kwamen er toen
heel wat minder
allergieën en
tumoren voor.
Op
haar internetsite schrijft
dierenarts
Tannetje
Koning:
‘Goede
voeding
bestaat dus
uit vlees,
rauw vers
vlees met
botten (al dan
niet gemalen)
en een
groentemassa
die
overeenkomsten
vertoont met
de darminhoud
van
prooidieren.’
Deze dierenarts
is tevens ook
mede-eigenaar
van het
merk bandit biologische
versvleesvoeding
voor hond en
kat.
|
|
2007.
Animal Learn
Verlag
Dr.
Vera Biber,
dierenarts
Titel:
Futterprobleme
bei Hunden (159
pagina’s)
Citaten
over voeding
(rauwe
hondenvoeding)
uit het genoemde
boek (vrij
vertaald door
DogsLoveIt):
Vraag:
Hoe kan ik
zeer goed
commercieel
voer zinvol
opwaarderen?
Door het geven
van enzymen,
vitamines of
iets anders?
Antwoord:
Allereerst: wat
is een zeer goed
commercieel
industrieel
voer? Is dat
zoiets als een
reserve moeder?
Ten tweede: alle
commerciële
voeders hebben
een
gemeenschappelijke
noemer: hoog
verhit, eiwit
gedenaturaliseerd,
enzymatisch dood
en steriel, wat
zo veel heet dat
ze zonder leven
zijn, ongeacht
wat erin
verwerkt is. Op
gevaar van
overdosering met
kunstmatige
vitamines en
mineralen werd
in het boek al
gewezen. Het
complexe
samenspel van
natuurlijke
stoffen is niet
in een
laboratorium na
te bootsen. Uit
minderwaardig
afval kun je
gewoon geen goed
voer maken!
…
Overigens hebben
vele met
industrieel voer
gevoerde honden
geen normale
darmflora meer.
… Dit is de
reden dat
sommige honden
aan het begin
van het
overzetten op
vers hun meest
natuurlijk
voedsel,
namelijk vers
vlees, niet goed
verdragen.
Slechts 7,2%
door de
dierenartsen
ingezonden
monsters laten
een gezonde
fysiologische
vaginale flora
zien (Laboklin).
Gedragsstoringen
… De darmflora
wordt door
darmgisten
overwoekerd
veroorzaakt door
de koolhydraten
in de voeding.
Deze gisten
leven van
koolhydraten in
graan en suikers
en scheiden
immuungiften en
neurotoxische
stoffen uit. Een
typisch symptoom
is, dat het
omzetten van
ervaringen niet
voldoende tot
een leerproces
leidt, omdat de
zintuiglijke
verwerking door
storingen in de
hersenstofwisseling
gestoord is.
….
Vele
gedragsstoringen
worden door
voeding
beïnvloed – ‘gif
maakt giftig’.
Onfysiologische
darmfloraverschuivingen
kunnen met
alcohol
vergelijkbare
uitwerkingen
uitoefenen op de
stofwisseling
van de hersenen
en zo
hyperactieve
gedragingen,
verminderde
oplettendheid en
leervermogen, ja
en zelfs
verminderde
zinlijkheid door
het gebrek aan
lichaamsgevoel
provoceren!
Ik
hoop dat
bovenstaande
argumenten
voldoende zijn
om u ervan
overtuigen om op
natuurlijk voer
over te stappen.
Deze
dierenarts, Dr.
Vera Biber, is
een groot
voorstander van
het voeren van
rauwe
componenten aan
onze
honden. Versvoer
(barf) is
volgens haar
de beste en
gezondste
voedingsvorm
voor onze hond die
alleen
overtroffen
wordt door een
vers gevangen
prooi van een
wild levende
hond!

|
2009.
Elsevier GmbH,
München, Urban &
Fischer Verlag
Dr.
Natalie Dillitzer,
dierenarts
Boek:
Ernährungsberatung in
der Kleintierpraxis (378
pagina’s)
Citaten over voeding
(rauwe hondenvoeding)
uit het genoemde boek
(vrij vertaald door
DogsLoveIt):
Beoordeling
van het barfen uit
veterinaire zicht:
Hond
en kat kunnen met rauwe
voeding principieel goed
gevoerd worden.
Eigenaren moeten zich
wel zeer goed over de
juiste samenstelling van
een barf maaltijd
informeren. Weinig
zinvol en zelfs
gezondheidsschadelijk is
het alleen vlees en bot
te voeren. Ook de
combinatie van groene
pens en vlees, een
beetje eierenschillen,
heelaarde en kruiden is
niet voldoende, de hond
met de nodige nutriënten
te voorzien. Gemiddeld
bestaat een stuk vlees
uit 74% water, 24 %
eiwit en 1% vet en
geringe hoeveelheden
mineralen en
spoorelementen.
….
Bij het barfen is erop
te letten dat de
rantsoenen voldoende met
vitamines en mineralen
aangevuld worden.
Vooral calcium (als
er geen botten of
eierenschillen gevoerd
worden) jodium(als
er geen zeealgenmeel
gevoerd wordt), koper en zink, vitamine
A (als
er geen lever gevoerd
wordt) en vitamine
D (als
er geen levertraan
gevoerd wordt),
verschillende vetten enballaststoffen moeten
voldoende toegevoegd
worden. Volgens deze
dierenarts,
gespecialiseerd in
voeding, kun je het
beste het rantsoen laten
berekenen. Deze
dierenarts biedt deze
service aan op haar
homepage:
http://www.futtermedicus.de/ Kosten:
tussen 25- 75 Euro.
Zijn
schrijft op haar
homepage dat slechts ca.
30% van de
barf-rantsoenen
uitgewogen zijn volgens
haar studie van de
rantsoenen.
Om
haar zichtwijze te
verduidelijken geef ik
hier drie voorbeelden
hoe deze dierenarts
denkt dat een
barf-rantsoen volgens
haar eruit zou moeten
zien:
Voorbeeld
1 uit het boek:
Hond,
4 jaar, 30 kg, reu,
gewicht ideaal.
500
g vlees zonder bot / per
dag
(afwisselend rundvlees,
runderhart,
kippenhartjes, groene
pens, strotten,
kippenvlees)
150
g kalfslever / per week
80
g kippennekken / per dag
100
g diverse groenten / per
dag
(bijv. wortelen, salade,
erwten, broccoli,
courgette, venkel)
20
g diverse olie / dag
70
g kalfsbotten om op te
knagen per week verdeeld
8
gr mineraalvoeder (bijv.
easy Barf®) om de
onbrekende nutriënten
aan te vullen
Voorbeeld
2 uit het boek:
Hond,
2 jaar, 20 kg, reu,
gewicht ideaal. Rantsoen
per dag:
250
g diverse groenten
150
g runderhart
150
g boekmag
150
g groene pens
150
g lamsvlees
15
g diverse olie
Kruiden
1
Tl heelaarde
3
g biergist
6
g easy Barf® of
vergelijkbaar
mineraalvoeder
2
g eierenschillen in
poederform
1
g
Monokalziumphoshat
(calcium/ fosfor ratio
is 1,4 : 1)
Voorbeeld
3 uit het boek:
Hond,
10 kg:
200
gram diverse vlees
soorten (bijv. kip,
kalkoen, lam, kalf,
eend, paard. Ook
spiervlees en hart. 2 x
per week is pens, long,
boekmaag ook mogelijk.)
25
gram vlezige botten
50
gram melkproducten
10
gram lever
Alle
4 dagen een gekookt ei
50
tot 100 gram groente
50
tot 100 gram fruit
8
gam olie
2,5
gram levertraan
10
gram pompoenpit, gemalen
1,5
gram eierschillen
0,4
gram Vitamin-optimix
ultraspur
(Futtermedicus)
5
gram biergist.
Vitamin-Optimix barf is
ook ontwikkeld door deze
dierenarts. Op de bijpak
van dit product schrijft
ze:
Volwassen,
gezonde honden:
rantsoenen van vlees,
melkproducten, eieren,
groentes en fruit,
vlezige botten die
bestaan uit:
ca.
2g vlezige botten/ kg
lichaamsgewicht
lever
0,5g/ kg lichaamsgewicht
Lebertran
10 IE Vit D/ 10 kg
lichaamsgewicht
Biergist
0,5-1g/ 10 kg
lichaamsgewicht),
Eierenschillen
0,5-1g/ 10kg
lichaamsgewicht
Oliën
0,5-1g/kg
lichaamsgewicht
De
rantsoenen zouden
met Vitamin-Optimix barf aangevuld
worden:
Hond
5 tot 10 kg ……… 0,6 -
1,0 gram
Hond
10 tot 20 kg …….. 1,0 -
1,4 gram
Hond
20 - 30 kg ………. 1,4 -
1,8 gram
Vitamin
Optimix barf bestaat
uit dextrose/ gist
en heeft volgende
toevoegingen per kg
product:
J
(Kaliumjodid) 250 mg
Koper
(Koper-II-sulfat) 2400
mg
Mangaan
(Mangaansulfat) 1100 mg
Zink
(Zinkoxide) 14500 mg
Eiser
(Eiser-II-sulfat) 5000
mg
Vitamine
B1 600 mg
Vitamine
B2 1300 mg
Vitamine
B12 3000 mcg
Panthothenzuur
4000 mg
Het
boek is geschreven voor
dierenartsen, die zich
wat meer in voeding
willen verdiepen. Het is
Dr. Dillitzer’s
zichtwijze op barfen.
|
2009. Franckh-Kosmos
VerlagsGmbH
& Co.KG,
Stuttgart
Dr.rer.nat.
Brigitte
Rauth-Wiedman,
bioloog
Boek:
1x1 der
Rohfütterung (88
pagina’s)
Isbn
978-3-440-11851-1
Stralende
ogen, een
glanzende
vacht,
levenslustig –
zo wil
iedereen zijn
hond hebben!
Maar de
realiteit ziet
vaak anders
uit:
haarverlies,
allergieën,
gewrichtsziekten,
overgewicht of
niet willen
eten zijn
alledaagse
problemen.
Daarom zijn
steeds meer
mensen op zoek
naar
mogelijkheden
de hond
natuurlijker
te kunnen
voeden.
De
auteur
beschrijft het
barf
(Biologically
Appropriate
Raw Food)
voedingsconcept,
ze beschrijft
de
ingrediënten,
geeft
voorbeeld
recepten,
beschrijft het
overschakelen,
etc. Volgens
de auteur is
barfen
geschikt voor
elke hond –
van een
hondenpup tot
hondensenior.
Citaten
over voeding
(rauwe
hondenvoeding)
uit het genoemde
boek (vrij
vertaald door
DogsLoveIt):
…
Of botten, graan
en melkproducten
wel of niet in
de hondenvoeding
thuis horen, of
een vastendag
per week
dwingend nodig
is: de meningen
van vers (rauw)
voerende
hondenbezitters
zijn
verschillend.
…
‘Zo verschillend
zijn ook de
meningen over
het
overschakelen
naar deze
voeding. Mijn
persoonlijke
mening is dat
bij het ineens
van voer
wisselen het
vaker tot
storingen in het
spijsverteringskanaal
komt dan bij het
behoedzaam
overzetten naar
vers vlees.
Eerst beetje bij
beetje versvlees
toevoegen, wat
gepureerde
groenten erbij –
en binnen twee
tot drie weken
lukt het meestal
de viervoeter
stabil met barf
te kunnen
voeren. …
Geenszins mag
men echter de
brokken en het
versvlees mengen
- brok bestaat
overwegend uit
graan – en het
is niet best dat
versvlees en
brok zich samen
in het
spijs-verteringskanaal
bevinden. ’s
Ochtends vlees
en het
groetenprakje en
's avonds brok
waarbij de
hoeveelheid vers
vlees per dag
verhoogd word en
het brokaandeel
steeds verlaagd
wordt. Eventueel
moet men een
tussenmenu
inlassen zodat
het versaandeel
's ochtends niet
te groot in
volumen wordt.
Door steeds het
tussenmenu iets
verder naar de
avond te
verschuiven komt
men binnen drie
weken tot totale
overschakeling
op vers’.
Ze
schrijft
verder, dat
het niet nodig
is om voor
elke prijs
botten te
voeren, als
men angst
daarvoor heeft
of het
eigenlijk
liever niet
wil. Eventueel
verdraagd
bijvoorbeeld
een
seniorenhond
geen botten
meer of kan
hij botten
niet meer
kauwen. Het
toevoegen van
eierenschillen,
calcium-zitraat of
een
mineraalstofpreparaat
voldoet dan
ook. (Bij
KVV voedingen
zoals bijv.
Darf,
Carnivoer,
Bandit,
Alaska, etc.
geen calcium
toevoegen –
deze zijn
compleet met
gemalen
botten).
Ook
schrijft ze
dat als een
hond zijn
rantsoen rauw
vlees, ondanks
wekenlange
training,
gewoon niet
verdraagd, mag
je het
vleesgedeelte
ook voor hem
koken.
(Opmerking
DogsLoveIt:
uiteraard geen
botten koken!)
Ook schrijft
ze mocht men
twijfelen over
mogelijke
risico’s van
salmonella bij
pups of
seniorenhonden
kan men het
kippenvlees,
het
kalkoenvlees
en eieren ook
koken. Want
niemand heeft
er iets aan
zich constant
zorgen te
maken. Wees
moedig!
De
conclusie is
dat vers
vlees, rauw en
natuurlijk,
het meest
ideale en
natuurlijke
voedsel is
voor de hond!

|
|
|
"Door uw
hond en/of kat een
zo natuurlijk
mogelijke voeding te
geven (dat
is dus rauw zonder
bewerkingen en
toevoegingen)
komt u aan één punt al
behoorlijk tegemoet aan
het natuurlijk gedrag.
Ook de manier van voeren
kan een goede bijdragen
leveren om zo dicht
mogelijk de natuur te
benaderen.'
De zichtwijze van deze
dierenarts en veel goede
informatie kunt u lezen
op zijn website www.carnivoer.nl.
2009. Erwin
van Gijtenbeek,
dierenarts
Titel:
Commerciële en rauwe
voeding bij de hond.
Osteopatische
verschillen en
verbanden tussen
deze twee
voedingswijzen.
Zijn Thesis
Osteopathie kunt
u lezen op zijn website.
Een belangrijke
conclusie uit dit
onderzoek is:
‘Vooropgesteld dat
perfecte voeding voor
alle honden niet
bestaat, kan op basis
van dit onderzoek en de
gevonden resultaten
gesteld worden, dat
voor een gezond
functioneren van het
spijsverteringskanaal
van de hond en de
daaraan verbonden
osteopatische
relaties, rauwe
voeding geadviseerd
kan worden.’

|
|
|
|
|
|