Ca. 1980. Uitgeverij Intercanis n.v. Brussel Drs. Robert van der Molen, dierenarts Boek: ‘Honden- voeding, verzorging, huisvesting (308 pagina’s) Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek:
‘Sinds Linnaeus staat de hond bekend als een carnivoor, een vleeseter, en een veel voorkomende mening is dan ook dat honden alleen maar (spier)vlees eten. Die opvatting is niet juist. Wijlen collega Van der Velden heeft de hond zeer terecht een ‘diereter’ genoemd. Een hond eet niet alleen van zijn prooidier het spiervlees, maar ook de ingewanden, en omdat de meeste prooidieren planteneters zijn, heeft de hond ook voedsel van plantaardige oorsprong op zijn menu staan. Alleen maar het eten van (spier)vlees geeft op den duur aanleiding tot ziekelijke afwijkingen, die uiteindelijk tot de dood leiden … het all-meat-syndroom.
Natuurlijk geeft men in het dagelijkse menu van de hond geen eiwitten, vetten, koolhydraten, waaruit het voedsel is opgebouwd. Men geeft vlees, brood, groente, melk en ook andere ingrediënten die men ter beschikking heeft. De hond eet alles en mag ook alles hebben. (uitzondering chocolade en bonbons – theobromine is giftig). De hond eet al het voedsel dat mensen ook eten en daarnaast nog ingrediënten die wij in West-Europa niet of nauwelijks op het menu hebben staan. Men denke slechts aan pens, hart, kopvlees, uier en eendagskuikens. …. Het meest gebruikte vlees voor honden is rundvlees. Biefstuk is wat overdreven duur, maar kopvlees voldoet heel goed. Ook hart kan worden gebruikt. Pens, netmaag en boekmaag noteren ook hoog in de belangstelling van hondenliefhebbers. Deze producten zijn iets minder goed verteerbaar, zodat voor de vervanging van hart of kopvlees wat meer aan gewicht nodig is. We kunnen gerust een meergewicht aannemen van twintig procent. Voor de afwisseling kunnen we ook wel eens niertjes geven of lever. Longen, milt en uier worden ook wel eens gebruikt, evenals lippen en strotten. De kwaliteit is stukken minder, zodat we deze producten eigenlijk alleen aanbevelen als noodrantsoen. Strottenhoofden dienen zeker te worden gekookt, omdat de leek geen onderscheid kan maken tussen runderstrotten en varkensstrotten. De laatste willen nog eens besmet zijn met het virus van Aujeszky. Het vet dat aan het vlees vastzit, kan rustig worden gegeven. Het is van waarde als energieleverancier. Schapenvlees en geitenvlees worden niet zoveel aan de hond gegeven. Wel heeft schapenvet een goede naam, hoewel dat niet terecht is. Schapenvet zou weldadig werken op de huid, maar door het nagenoeg ontbreken van essentiële meervoudig onverzadigde vetzuren is dat niet juist. Wel kan schapenvet worden gegeven aan honden met zwakke darmen. Schapenvet kleeft tegen de darmslijmvliezen en beschermt ze. Diarree kan daardoor minder snel optreden. … Eendagskuikens en kippenstrotjes zijn – mits goed gemalen – beste eiwitbronnen. Botten dienen niet als voedingsbestanddeel te worden gebruikt, omdat de voedingswaarde te laag is. (Aanmerking : uit huidig inzicht klopt dit niet meer. Wat betreft het splinteren vermoed ik dat men het heeft over gekookte beentjes). Verder dient men rekening te houden met het optreden van splinters, die door de darmwand kunnen steken en een perforatie veroorzaken. Als kauwbot kunnen ze wel worden gebruikt. Aan te bevelen zijn zachte botten – kalfsbotten – die de hond helemaal kan opknagen, of zeer harde botten – de dijbeenskop van een volwassen rund. Kippebeentjes en karbonadebotten zijn te gevaarlijk wegens de splinters. … Eieren staan aan de top met hun eiwitkwaliteit, maar zijn helaas te duur om elke dag in grote getale te worden gegeven. Overigens, als men dit zou doen, zou er ook een all-meat-syndrom ontstaan. Zo nu en dan een ei is prima. Wel dient men het eitje te koken om de avidine, de anti-biotinefactoer, te vernietigen. Wil men het ei toch rauw geven, dan is het aan te bevelen extra porties gistvlokken of gisttabletten te verstrekken om het vitamine B-gehalte weer op te vezelen. … Als eiwitbron is vis vaak nog beter geschikt dan vlees. Stokvis zit helemaal barstensvol met eiwit. … Zoetwatervis en haring dienen te worden gekookt wegens de anti-thiaminefactor, het tiaminase. Voorts dienen alle soorten vis te worden gecontroleerd op achtergebleven haakjes. Vissen met een stevige graat zouden kunnen worden vermalen.
… Men zou een aantal ingrediënten moeten uitkiezen en de Nederlandse Voedingsmiddelentabel van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding dienen te bestuderen. Vervolgens begint men te rekenen en te schuiven met gewichtshoeveelheden, tot men de juiste samenstelling heeft verkregen. …..het verse voer moet worden uitgebalanceerd met alle grondstoffen…’
Dierenarts Drs. Robert van der Molen geeft in het vervolg voorbeeldmenu’s en hij beschrijft de nutriënten en ingrediënten. Hij is niet tegen het voeren van brok. Zoals u kon lezen worden in zijn beschrijving maar zeer weinig ingrediënten gekookt – dus vers gevoerd.
1981. Uitgeversmaatschappij De Driehoek - Amsterdam Bill Landesman en Kathleen Berman Boek: De verzorging van de ouder wordende hond (156 pagina’s) Oorspronkelijke titel: 1978; How to care for your older dog
Citaten over voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek:
De gezondheid van alle dieren is het meest gebaat bij een zo natuurlijk mogelijke voeding. Dit voedsel moet zo mogelijk ook puur en rauw zijn of licht gekookt, omdat door een te grote verhitting de enzymen die noodzakelijk zijn voor de spijsvertering en de opname van voedingstoffen, vernietigd worden. Door verhitting word ook de werking van vitamines en mineralen minder. Het voedsel van huisdieren moet zo veel mogelijk lijken op het voedsel dat ze in het wild zouden eten. Dieren die van het karkas van een pas gedode prooi leven, eten puur, rauw voedsel, rijk aan natuurlijke vitamines, mineralen en enzymen in een zeer verteerbare vorm. Dit soort voedsel vindt het dier ook erg smakelijk en alleen de ‘beschaving’ heeft er schuld aan dat huisdieren veroordeeld zijn tot een schadelijke imitatie van goed voedsel. Ons idee van voedsel is in het recente verleden zo drastisch verandert dat we er haast mee moeten maken meer te weten te komen over wat onze mond en die van ons huisdier binnengaat en welke prijs we zullen moeten betalen voor onwetendheid of opzettelijke fouten.
Vergiftiging Conserveermiddelen, die ervoor zorgen dat we voedingsmiddelen langer kunnen bewaren, zijn heel vaak stoffen die in het lichaam worden opgeslagen als giftige mineralen. Deze stoffen hebben in het lichaam een cumulatief effect en worden niet als onschadelijke afvalstoffen verwijderd. Hoe meer giftige stoffen ons huisdier binnenkrijgt, hoe groter de belasting van alle endocriene klieren, vooral de lever en de nieren. Nierziekte is een van de meest voorkomende doodsoorzaken bij de dieren.
Gezond voedsel Voor een optimale spijsvertering moeten we het lichaam brandstof geven in de vorm van voedsel dat volledig benut kan worden en waarbij zo min mogelijk giftige bijproducten opgeslagen worden. Het meest ideaal zou zijn als dit rauw of licht gekookt voedsel was, zonder conserveermiddelen en kleurstoffen en zonder het daarmee gepaard gaande verlies van vitamines en mineralen. Voedsel met zijn eigen natuurlijke voedingswaarde levert de bouwstenen voor het lichaam; zonder voldoende kwaliteit lijd ons lichaam schade.
Suiker Pas op voor hondenvoer waarin suiker zit als conserveermiddel. Suiker wordt het meest gebruikt voor dit doeleinde, hoewel deze verraderlijke, verslavende stof absoluut geen nuttige eigenschappen heeft in zijn geraffineerde vorm. … Een hond die aanleg heeft voor suikerziekte zal deze ziekte zeker krijgen als hij regelmatig dit soort voedsel krijgt. De alvleesklier krijgt het zwaar te verduren als hij grote hoeveelheden geraffineerde suiker moet verwerken terwijl tegelijkertijd het bloedsuikergehalte op een betrekkelijk stabil peil moet worden gehouden. Teveel suiker betekend teveel werk voor de alvleesklier, wat leidt tot suikerziekte en een laag bloedsuikergehalte. Geraffineerde suiker berooft het lichaam van een behoorlijke eiwit – en kalkstofwisseling. Suiker is ook een belangrijke factor bij nierziekte en geestesziekten. … Suiker is ook een van de belangrijkste oorzaken van arteriosclerose (aderverkalking). …
Darmflora Vriendelijke flora zijn de nuttige bacteriën die in het hele spijsverteringskanaal nodig zijn voor de opname en de vertering van voedsel. Zonder vriendelijke flora gaat het voedsel rotten en blijft het als giftige materie in het lichaam zitten. … Wat bijdraagt tot het minder worden van de hoeveelheid zoutzuur (maagsap) en daardoor het verdwijnen van nuttige bacteriën, zijn zowel de verkeerde voedingsmiddelen als de verkeerde combinatie van voedingsmiddelen. Een te grote hoeveelheid koolhydraten, vooral de geraffineerde koolhydraten zonder voedingswaarde, leidt tot verlies van zuren. Een manier om het verlies van flora tegen te gaan is het gebruik van verschillende lactobacillen die in pil/ poedervorm … in reformwinkels te verkrijgen zijn. … Het is aan te raden om de hoeveelheid aanvullende vriendelijke flora te verhogen in de periode dat u de medicijnen geeft.
In het voorwoord schijft dierenarts Michael H. Milts: ‘Het boek is niet in de eerste plaats een boek over voeding en medicijnen – het is een boek over begrip en liefde.
Maar hij schrijft ook: ‘ik raad echter iedereen die een oudere hond heeft aan zich te houden aan de instructies die de dierenarts geeft wat betreft de voeding – iedere hond is anders en heeft speciale behoeftes’.
De conclusie is: vers vlees, rauw en natuurlijk, zou het meest ideale voedsel zijn voor de hond!
|
Ca. 1982. Uitgeverij Elmar H. G. Wolff, dierenarts Boek: ‘uw hond gezond door Homeopathie' (184 pagina’s) Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek:
´Kant-en-klaar voer uit blik en diverse droge hondenbrokken zijn, althans als ´alleenzaligmakende kost´, voor de hond niet aanbevelenswaardig. Waarom niet? Elk conserveringsproces vermindert de vitale waarde van een voedingsmiddel en onder de daarop volgende opslag gaat ook de kwaliteit achteruit. Voedsel-in-blik enz. vervangt altijd iets, hier natuurlijk vers voedsel. Vers voedsel is en blijft, in het bijzonder voor jonge honden in de groei, het allerbeste wat men ze kan voorzetten.Ook verdragen honden soms sommige fabricaten niet, ze springen er weliswaar gretig op af, omdat er een chemische lokstof inzit en ze eten het wanneer je het ze maar voorzet. Maar helaas wordt door de bijmenging van de aanlokkelijke geurstof ook de verzadelingsdrempel verlaagd. Deze dieren weten dan praktisch niet meer wanneer ze genoeg hebben – het genoeg is – en dus moeten ophouden. Het gevolg is dat ze gauw te zwaar worden. Sommige honden hebben dan gelukkig opeens geen trek meer, andere daarentegen raken ‘verslaafd’ en koersen op een huidaandoening of middenoorontsteking met nachtelijke pijn af, aandoeningen die door het nog gezonde organisme als uitlaatklep worden ingeschakeld om deze toxinen kwijt te raken. … Over de voeding van de hond zijn boeken volgeschreven; daarin worden diverse meningen gegeven en talloze voedingsideeën aangedragen. Wij willen die boekerij niet verder uitbreiden.
Reinigingskuur:
1 deel rauw vlees, 1 deel graankost en 2 delen plantaardige kost. Mengselverhouding: een eetlepel van elk: rauw gehakt vlees, rauwe havervlokken, geraspte rauwe worteltjes (of een wortelgroente, die dus onder de grond groeit) en rauwe gehakte sla (bladgroen, al naar het seizoen, wat boven de grond groeit). … De patiënten hadden meestal de helft van hun hondenleven achter de rug en voor hun tweede helft bleek dat een voortreffelijke voeding. (Aanmerking: bij dit dieet ontbreekt het nodige calcium, tenzij hij met ‘vlees’ vleesbotten bedoelt. En er ontbreekt orgaanvlees. Niet geschikt voor langere periodes).
Hij pleit ook voor een dag vasten per week. Zoals u kunt lezen, wordt ook hier het vlees rauw gevoerd.
Verder laat de auteur in dit boek zien dat homeopathische middelen bij ziekten van honden met zeer goede resultaten toegepast kunnen worden.
| 1985. Uitgeverij van Holkema & Warendorf, Weesp Dr. M.A.J. Verwer. dierenarts, oud-practicus en em. lector van de diergeneeskundige faculteit van de Rijksuniversiteit te Utrecht. Boek: ‘Honden van binnen uit’ (216 pagina’s)
Over het gedrag en karakter van ons oudste huisdier. Citaten over voeding en gedrag uit het genoemde boek:
Gestroomlijnd voedsel. Over hondenvoeding is veel geschreven, althans over de samenstelling ervan. U kunt elders ruimschoots voor terecht. Maar er is weinig aandacht aan besteed of daarbij ooit ook maar één hond enige inspraak heeft gehad. Ik heb er nog heel weinig over kunnen lezen wat een hond denkt, als hij zijn dagelijks goed gevulde bak-met-brokjes krijgt. De aanblik zelf echter lijkt mij niet zo bezielend voor een carnivoor. En dat ondanks de goede kwaliteiten van zijn fabrieksmatig klaargemaakte eten. Want alles zit er immers in! Het is ‘compleet’ en wetenschappelijk verantwoord. De wetenschap waakt. De dienaren der wet en de consumentenbonden kijken nauwlettend toe. De hap-klare brokjes en verbrokkelde hapjes, de mopjes en pijpjes en korrels in allerlei vormen, staan ook onder toezicht. Maar honden zijn nog altijd gruizige eters. In een mum is de maaltijd verorberd. De nog na-likkende lebbertong schuift het leeg-rammelende bakje tot in de verste hoek van de keuken. Het is echt allemaal op! En telkens weer kijkt zo’n dier dan iewat beteuterd dat ’t feest al voorbij is, nauwelijks nadat het eten begon. Zijn maag vraagt om voedsel; maar zijn bek en zijn zinnen vragen erom iets met dat voedsel te mogen doen. Ook zijn maaltijd wil hij onderzoeken, beruiken, besnuffelen. Met zijn prooi wil hij slepen. Met zijn bek wil hij trekken en scheuren en schudden vooral. De hond wil al vretend ook zijn poten gebruiken.
Geknars van tanden. … Als de eetdrift al lang is verzadigd, moet de zoekdrift nog beginnen. Maar zijn bek ligt dan al weer werkeloos stil. Er is geen geknars van tanden geweest, geen kraken van versplinterend bot. Er waren geen slierten en vellen en nergens droop enig bloederig sap. Er was niks om te slepen, niks om te gooien, niks om te schudden. Prooi-schudden is oergedrag. Misschien waren de brokjes best lekker en voedzaam maar met dat ‘gruis in je bek’ is niet veel te beleven en er was dus in feite niets aan! Teleurgesteld zoekt zo’n hond dan weer zijn maand op.
Niet alle dagen bruine bonen. De vorm waarin het meeste hondenvoeder worden aangeboden, komt niet tegemoet aan de eigenlijke eetdrift van het dier. Die eetdrift kent een tweede honger, de honger van het zielenleven van de carnivoor die, levend van een prooi, altijd met zijn voer het nodige moet kunnen doen. Maar wat is er nu met brokjes te beleven? Onze huisdieren – de meeste althans … missen op dit punt ook het grote voorrecht van de zelf-verwerving van het voedsel. Die verwerving, het op uit moeten (mogen) om aan de kost te komen, (aanmerking in het boek) kam zoveel eerder al ter sprake. Het is dus onze taak op beide frustraties in te spelen. Het gemis van de inspanningen die gepaard gaan aan de verwerving van het voedsel, kan ondervangen worden door veel beweging in de buitenlucht. Dat zijn de tochten met de baas naar buiten en de bezoeken aan gemeenschappelijke uitlaatplaatsen die vaak een avontuurlijke speelgrond en een altijd boeiend trefpunt zijn. Op de noodzaak van het ‘samen er op uit’ werd bij herhaling reeds gewezen. En de andere frustratie? Die van het monotone brokjes-voer? Wel, die kan gecompenseerd worden door af en toe een eetmaal te bereiden dat een feestmaal wordt. Nu kun je op je kamerbreed tapijt natuurlijk niet een dode ezel vlijen en ook kom je zo’n kadaver niet alle dagen tegen in een stille wijk von Kloetinge of Wymbritseradeel. Maar zo iets beleeft een hond dan ook slechts in zijn stoutste dromen. We kunnen echter wel voor compensatie zorgen. Waar we heen moeten, zoals u al ziet aankomen, is dat zij er juist werk aan moeten hebben om hun portie klein te krijgen. Het moet een hele klus worden en maal naar binnen te spelen. Ze moeten eens kunnen vreten, zoals het besten van hun soort en geaardheid betaamt al hoeft dat dan niet elke dag.
Diepvriesvlees. Maar er is dan ook nog meer. Bij de dierenspeciaalzaken kunnen we diepvries verpakkingen kopen gevuld met stukjes echt vlees waaraan zijn toegevoegd ontsloten (verteerbar gemaakte) granen, groenten, mineralen, sporenelementen, vitaminen en ruwvezel. Door al die toevoegingen aan ’t diepgevroren vlees is ook dit voer een volwaardige complete voeding geworden. De diepvriesvoedingen worden, omdat het stukjes vlees zijn, al heel anders door de honden opgegeten en geapprecieerd dan de zo weinig geest-driftig-makende brokjes. Toekijkend bij het verorberen van dit voer, zeg je al: dit is meer dan gewoon eten, dit is ook al een beetje genieten.
Hompen vlees. Maar we gaan verder. Er is nog meer op de markt. Er zijn diepvriesverpakkingen met stukken vlees van 300 tot 500 gram elk. Dat gaat voor een middelgrote hond al aardig op een respectabel pseudo-prooi lijken. Daarmee is wat te beleven. Behalve pens en boekmaag is er ook kopvlees, er zijn runderstrotten met vlees eraan, er is runderlever en runderhaart. Het zijn er even zoveel mogelijkheden om er eens af en toe een echt feest van te maken. Dit ‘af en toe’ staat er bewust, omdat een maaltijd van vlees alleen geen complete voeding is. Wat u ook koopt, let er voor de basis-voeding van elke dag altijd op dat op de verpakkingen de aanduiding ‘compleet’ moet worden vermeld. En bij de feestmaaltijden, die ook de tweede honger tegemoet treden, moogt u daar van afwijken. Appropos, in het bovenstaande werd steeds over vlees en organen van runderen gesproken. Het vlees van paarden, schapen, geiten en kippen is eveneens toegestaan. Er is één dier volstrekt uitgezonderd, dat is het varken. Het voeren van rauw varkensvlees is levensgevaarlijk voor een hond, vanwege het virus van Aujeszki waarmee dit vlees besmet kan zijn. Door koken wordt het virus wel gedood, maar ook het voeren van gekookt varkensvlees is voor honden niet gezond. Van de 16 miljoen varkens die wij in ons land jaarlijks slachten, mogen onze honden dus geen gram hebben!
Het betere bijtwerk. We gaan weer verder. Behalve het genieten van stukjes vlees en het feesten op grotere stukken moeten honden ook kunnen knagen, knabbelen op harde botten en stukken pens. Het zo machtige carnivoeren-gebit, bediend door sterke kauwspieren en gestuurd door de zo voorname kopzenuwen, moet immers van tijd tot tijd de uitdaging krijgen, zijn eigenlijke primaire taak te verrichten in het betere bijtwerk. Wolfen weten daarmee wel raad en omdat wolven ook de behaarde huid van de prooidieren eten, deren hun de botten niet. Onderzoekers vonden botdelen terug in de fecaliën van wolven – netjes verpakt in de harige huidresten van die zelfde prooi. Bij honden echter is het oppassen geblazen. Gebraden botten zijn voor honden zelfs fataal. Ruwe botten geven vaak een harde krijt-achtige ontlasting met kans op obstipatie (verstopping) of koprostasis (blokkade van de einddarm door harde massa’s). (Opmerking – de barf verhouding in de hoeveelheid bot aanhouden! – en bot eten moet geleerd worden – nooit bot en brok samen voeren, MB). Kauwhoefjes (de hoornschoenen van de rundervoeten)…. zijn geschikte kauwobjecten en ze zijn ongevaarlijk speelgoed. … Door erop te bijten en te sabbelen worden de hoefjes week. Tenslotte worden ze als een soort overmaatse toffee opgevreten.
Als we nu weten dat wolven van een kariboe, een bison, een muskusos of witstaarthert niets onbenut laten dan alleen de staart, maar horens, hoeven en geweien meeslepen naar ‘t hol als speelgoed voor de welpen, dan passen deze hoefjes toch prachtig in het gevoelsleven van de hond. … Tenslotte zijn er ook nog stukjes stokvis. Honden kauwen er graag op. Het is hun kauwgom. Maar dit is meer het kleinere werk.
(Opmerking. Ik hoop de auteur en de uitgever mogen mij vergeven uit dit prachtige boek een klein stuk over voeding integraal overgetypt te hebben. Dr. Verwer, u hebt met dit boek een grootte bijdrage geleverd aan mijn kennis over honden. Dank u wel!)
| Lezingen 1987 Syllabus. De hond en zijn voeding Ir. N. Dhont
Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek
….. De z.g.n. 'darmflora' (darmbacteriën) bestaat uit een aantal verschillende bacteriën die allen een zelfstandige en onderlinge taak hebben. Een storing in de darmflora kan diarree tot gevolg hebben. Dit kan o.a. geschieden bij plotselinge overging van het ene droogvoer naar een ander droogvoer. Dit hangt mede samen met de verteerbaarheid van het betreffende voeder.
Vermoedelijk wordt de basis van de productie van de genoemde stoffen en bacteriën, reeds tijdens het zogen gelegd. Honden zijn zoals voorvermeld 'carnivoren' (prooieters) dus VERS-vlees eters. In versvlees zijn een deel van de betreffende stoffen en bacteriën aanwezig. Gebruikt U droogvoer, dan verdient het aanbeveling zo af en toe een versvleesdag in te voeren, baat het niet, schaadt het niet en U doet alles om zo ideaal mogelijk te voeren. Later wordt hierop terug gekomen.
… Indien de fecaliën langdurig in de dikke darm verblijven, kunnen toxinen (gifstoffen) ontstaan, die de darmwand chronisch irriteren, ontstekingen kunnen het gevolg zijn.
Geabsorbeerde toxinen worden via de bloedbaan naar de lever vervoerd, waar ontgifting plaats vindt. Indien het aanbod van toxinen te groet is, kan de lever dit niet verwerken en zullen andere "uitlaatkleppen' van het lichaam benut moeten worden. De toxinen verlaten het lichaam in dergelijke gevallen, via ontstekingen, huidaandoeningen, kristalneerslag in de gewrichten (reumatische aandoeningen) enz. enz. Een overmaat aan geraffineerde koolhydraten en vetten en het massaal gebruik van medicamenten, kan leiden tot verstoring van het darmflora evenwicht, hetwelk de vorming van schimmel uit gisten, kan bevorderen. Ook kunnen allergieën optreden.
… De enzymen zelf kunnen niet zonder hulp van andere enzymen aangemaakt worden. Enzymen zijn verantwoordelijk voor de 'graad' van de gezondheid van de hond. Elk enzym heeft een taak, is de aanmaak van een enzym geblokkeerd, dan ontbreekt er een onderdeeltje in de stofwisseling van de cel, waardoor de cel wordt uitgeschakeld. Zo worden de organen van de hond, die uit miljoenen cellen bestaan, ziek. Enzymen hebben een taak in de spijsvertering, de stofwisseling, de celademhaling, de hormoonproductie, de aanmaak van nieuwe enzymen en beïnvloeden zelfs het gedrag van de hond. Een opstelling van de taken van de verschillende enzymen, is onmogelijk, er zijn er teveel. Leven zonder enzymen en hun reactieketens, is onmogelijk.
De aanmaak van enzymen wordt sterk beïnvloed door de voeding, de voedingsstoffen en de vele extra toevoegingen, waarvan vooral de pesticiden een schadelijke invloed hebben. Sommige voeders bevatten Etoxyquine, een anti-oxydant, dat als pesticide geboekt staat bij de WHO.
De grondstoffen, vooral die van plantaardige oorsprong, zijn met pesticiden op het land bewerkt. Veel van dergelijke grondstoffen worden in de droge voeders verwerkt. Pesticiden worden door verhoogde temperatuur NIET afgebroken.
Enzymen worden in het lichaam vrijwel NIET opgeslagen, de aanmaak geschiedt in een kringloop, waarin continu nieuwe enzymen, aangemaakt en afgebroken worden. Bij infecties, worden sommige enzymen versneld aangemaakt. De meeste enzymen worden bij een temperatuur van 37 graden Celsius onwerkzaam.
Enzymen hebben de navolgende eigenschappen:
1. het zijn eiwitten 2. ze zijn in staat de reactiesnelheden te verhogen 3. de werking is zeer specifiek; elk enzym beïnvloed slechts een reactie 4. ze zijn in kleine hoeveelheden werkzaam 5. voor zover ze niet door een te hoge temperatuur zijn beschadigd, zijn ze na de reactie weer onveranderd beschikbaar. 6. hun activiteit is afhankelijk van de temperatuur en de zuurgraad. 7. bij veel enzymen zijn andere stoffen nodig voor de werking.
…. De zeer vele huidklachten bij de hond, die overwegend veroorzaakt worden door de voeding, vergen een speciale behandeling. Het is niet zo dat men met het geven van extra voedingsstoffen, dergelijke huidziektes kan genezen.
Afhankelijk van de soort van de ziekte, hetgeen alleen Uw dierenarts kan vaststellen, wordt de laatste jaren veel gebruik gemaakt van een enzymen preparaat dat tevens de lichaamscellen voorziet van extra zuurstof. Het middel zelf is onschuldig, baat het niet schaadt het niet. Uit de praktische ervaring blijkt tevens, dat ook andere afwijkingen snel verdwijnen, wel is het dan noodzakelijk dat men overgaat op de natuurlijke voeding van de hond, dus versvlees. Natuurlijk dient het versvlees volledig te zijn en (bij voorkeur) onder controle te zijn van TNO/Civo, omdat vlees bestemd voor diervoeding niet onder de algemene vleeskeuringwet valt. (Staatsblad 506)
Hoe ontstaan ziekten/afwijkingen als gevolg van verkeerde voeding? 1) Teveel eiwit in het voer, ten opzichte van de totale Metabolische Energie, is schadelijk en kan zeer ernstige afwijkingen veroorzaken. Huidklachten: Pukkels op weke delen, zoals snuit, buik, neus, binnen de heup en de schouders. (Komt veel voor, indien men naast volledig droogvoer, pens of vlees bijvoert) 2) Geraffineerde vetten; deze komen veel voor in voeders die door vee-voederfabrieken worden samengesteld, blikvoeders, goedkope soort voeders enz. Dergelijke vetten zijn in veel gevallen slecht enzymatisch afbreekbaar en veroorzaken tal van gebreken. Bij sterk verhitte eiwitten en vetten, kunnen reactieve stoffen ontstaan, die de vertering van koolhydraten en vetten kunnen beïnvloeden. 3) Verkeerd samengestelde voeders: Zijn de vitaminen niet gecoat (een speciale behandeling) dan gaan verschillende belangrijke vitamines als antioxidant fungeren, zodat binnen korte tijd het vitamine geheel is 'opgebruikt'. In de gevallen 2 en 3, ruikt de hond een afwijkende geur, waardoor voedsel opname wordt geweigerd, de acceptatie loopt geheel terug. 4) Overvoeding kan afwijkingen veroorzaken: Voer tot het bereiken van het 1/2 volwassengewicht 3 keer per dag, tot het bereiken van het 1/1 volwassengewicht, (liefst 3 keer) maar minstens 2 keer per dag. Na het bereiken van het volwassen gewicht en uitgroeiing, (teven na de 24ste maand en reuen na de 26ste maand), liefst 2 keer per dag.
….PUPS, DE 7e TOT AAN DE 13e WEEK: In de 7e week wordt het tijd om op vaste voeding over te gaan. Het is raadzaam dit te doen via versvlees, (gekeurd door TNO/CIVO en uiteraard kompleet). De eerste 2 dagen kunt U nog wat pap voeren en reeds beginnen met de overgang naar versvlees. De 3e dag kan de pup reeds volledig met versvlees worden gevoerd. Versvlees is niet steriel en bevat een aantal enzymen, hormonen en bacteriën, die de pup nodig heeft. De overgang d.m.v. droogvoer, hoe goed ook, is af te raden aangezien dit praktisch steriel is (evenals blikvlees) en de pup daardoor (mogelijk) een aantal enzymen en bacteriën mist die voor de volledige stofwisseling noodzakelijk zijn. Voert U naast het versvlees kompleet NIETS bij, ook geen kalk of een vitamine preparaat. NIETS helemaal NIETS, voer ook niet teveel. U kunt op de tabellen zien hoeveel U moet voeren, houdt U zich daaraan, 'teveel' kan ernstige afwijkingen veroorzaken evenals een te hoge eiwitfractie, dat van invloed kan zijn op het latere gedrag van de hond (agressie). Voer nooit kompleet voer door elkaar of met andere producten, u verstoort de balans.
…Tot aan het halve volwassenengewicht: In de 13e week kunt U langzaam overgaan op droogvoer of diner. Het kan natuurlijk geen kwaad indien U versvlees blijft voeren. Het is aan te bevelen om elke 14e dag een versvleesdag te maken, de pup krijgt dan de eventueel ontbrekende enzymen en bacteriën, via de versvleesdag.
… Ook de volwassen bonden kunnen een tekort hebben aan bepaalde enzymen en of bacteriën. Geef derhalve altijd wat kompleet versvlees … Sommige enzymen zijn slechts seconden- andere maanden werkzaam. Welke kunnen ontbreken is niet bekend er is nimmer onderzoek naar gedaan…..
… Het verbruik, van volledige (complete) hondenvoeders (aanmerking: brok, blik) is de laatste jaren enorm toegenomen. Om enigszins wegwijs te worden in het grote aanbod moet men kunnen selecteren. Op 14 augustus 1986 waren er in Nederland 246 verschillende complete hondevoeders verkrijgbaar. Goed voor een vermelding in het Guinness boek of Records, maar erg tragisch voor onze honden en hun eigenaren. Er is vrijwel geen veevoederfabriek waar geen hondenvoeder wordt gemaakt. Het is droevig dat er geen voorschriften zijn betreffende vakkennis o.i.d. zoals bijvoorbeeld bij tabakswinkels enz. In Nederland kan men een hele populatie honden door verkeerde voeding uitroeien, zonder dat er een haan naar kraait. Bewijs is nooit te leveren.
Wil men zich enigszins beschermen tegen "verkeerde" voeding voor de hond, dan dient men zelf maatregelen te nemen.
In feite Zou U de verschillende voeders kunnen beoordelen zoals ook de keurmeester keurt, n.l. in Uitmuntend, zeer goed, goed en matig (lees slecht)
UITMUNTEND (U) De natuurlijke voeders dus VERSVLEES uiteraard wel kompleet. Jammer genoeg is er slechts een enkele fabriek (aanmerking dit was 1986) die vrijwillig onder controle staat van het CIVO (TNO) te Zeist en regelmatig de analyse laat controleren. Daarnaast zijn er een aantal ‘knoeiers’ die z-g.n. complete versvleesmaaltijden verkopen, zonder dat er ook maar enige controle wordt uitgevoerd en de noodzakelijke kennis van zaken missen. Wees ook voorzichtig met versvlees uit de slagerijen. Besmetting met het aujewsky virus is niet uitgesloten, omdat ook varkensvlees door de verkoper wordt aangeraakt en zo gemakkelijk het virus kan overbrengen. Voor de mens is dit NIET gevaarlijk, maar honden sterven een vreselijke dood, het is niet geneesbaar. (De slager mag overigens geen onverpakt vlees voor diervoeding verkopen).
Versvlees heeft ook het voordeel, dat de enzymen en bacterien nog werkzaam zjn en daardoor een eventueel enzyme tekort wordt voorkomen. Kompleet versvleesvoeder, is in feite aangepast aan de analyse van het komplete prooidier, zoals t.w. het eiwitgehalte, het vetgehalte, de overige koolhydraten, en ... De biologische waarde is evenals de verteringsgraad erg hoog in vergelijking tot de diverse droogvoeders en diners. De Ontlasting bij kompleet versvleesvoer is 62%minder dan bij kompleet droogvoer.
…Blikvoeders zijn geautoklaveerd, ergo steriel. Dit geldt uiteraard dan ook voor de mogelijk noodzakelijke bacteriën en enzymen. In feite maakt het niets uit of U droogvoer of blikvoer aan Uw hond verstrekt. (Beide voeders zijn vrijwel steriel).
Omgerekend is droogvoer belangrijk goedkoper, aangezien het veel minder vocht bevat. Een andere vraag is, wat zit er in de bus ??, dat kan variëren van echt vlees en organen tot varkensstrotjes. Varkensvlees wordt ook veel gebruikt, maar dat kan door het autoklaveren geen kwaad, varkensvlees kan -mits steriel- soms een goede voederbron zijn. Autoklaveren heeft erg veel nadelen door de hitte behandeling. De onderzoeker v. Eggum schrijft hierover:
‘De mate waarin hitte behandelingen schadelijk kunnen zijn voor de eiwitten, is afhankelijk van de duur van de verhitting, de mate van verhitting en of de verhitting in aan of afwezigheid van water plaats vindt. Tevens kunnen de aanwezige koolhydraten en vetten, reageren met reactieve groepen in het eiwit, waardoor componenten ontstaan, die in de darm niet enzymatisch afbreekbaar zijn’. …..
De heer Dhont heeft in deze Syllabus nog zeer veel interessants te vermelden, maar het sprengt deze literatuurstudie.
In zijn boek ´ONZE HOND, voedingsgids´schrijft hij over de maag.´.. Dit magsap is een sterk zuur (van zoutzuur) en het bevat spijsverteringsenzymen. Verrzweg het voornamste daarvan is het enzym dat de eiwitten aantast en tot kleinere brokken afbreekt. De aanwezigheid van zoutzuur in het maagsap is om verscheidene reden van groot belang. Allereerst werkt het eiwitsplitsende enzym het best in een sterk zuure omgeving. Het wordt uit een onwerkzame vorm werkzaam gemaakt. Door het maagzuur kan b.v. bot en kraakbeen opgelost worden. Zodra het voedsel door het sterk zure maagsap wordt aangetast, houd de inleidende spijsvertering op. De sterke zuurgraad van het maagsap is van groot belang omdat zeer veel microorganismen (bacteriën e.d.), die onvermeidelijk met het voedsel worden opgenomen in de maag worden gedood. Hierdoor is het eerste gedeelte van de dunne darm vrijwel kiemvrij.´... (Aanmerking. Bij brokgevoerde honden is de PH waarde van het maagsap te hoog om bot makkelijk te kunnen verteren. Daarom geen botten voeren naast brok).
|
1987. Uitgeverij Thieme & Cie, Zuthpen Valerie Mai Boek: ‘Onze Poedel’ (184 pagina’s)
Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek:
‘Op het gebied van de voeding liggen de meningen van deskundigen op hondengebied uiteen. Maar over een is men het eens, de hond moet uitgebalanceerd voedsel krijgen. Dat betekend dat de voeding moet bestaan uit ongeveer 60% vlees, 30% hondekoek of gekookte rijst en ongeveer 10% groenten. Vlees is dus het belangrijkste bestanddeel van de voeding voor de hond. …(Opmerking: uit huidig zicht versvlees en brok niet mengen door het verschil in de nodige zuurteegraad bij de spijsvertering).
Zelf een maaltijd samenstellen:
Vlees/ eiwitten: Spiervlees van het rund, kalf, paard, wild of kip. Orgaanvlees: lever, nieren (licht gekookt of aangebraden, anders diaree), hart. Organen van gevogelte: hartjes, maagjes, levertjes (licht gekookt of aangebraden, anders diaree), boekmaag, pens (het liefst ‘vuile’ pens), long (gekookt, weinig voedingswaarde), slont (van tong), kopvlees. Varkensvlees alleen gekookt (risico ziekte van Aujesky). Gekookte vis zonder graat, gedroogde vis. Eieren (eiwit gekookt), kwark, melk (ongekookt en gekookt). Groente/ fruit… alle soorten … milde kruiden, peterselie, …..(Opmerking MB: geen druiven, prei, uien, groene tomaat – deze zijn gif voor honden) Botten: kalfsbot en kalfskraakbeen met mate. Bijlagen: (boter, bécelmargarine, biergist, tarwekiemen (olie), hondekoek, rijst (gekookt) Zout: vleeseters hebben weinig kookzout nodig, omdat er in vlees voldoende natriumzout aanwezig is. Een klein snufje zout toevoegen aan zelf klaargemaakt voedsel kan echter beslist geen kwaad, integendeel.
Verder beschrijft deze auteur brok en blikvoeding en geeft veel informatie over de poedel.
| 1988. Uitgeverij Edition Leipzig (voormalige DDR) Dr. Manfred Bürger (werkte o.a. in de dierentuinen van Berlijn en Maagdenburg) Boek: ‘Lexikon der Hundehaltung’ (456 pagina’s) Diplom bioloog Irmgard Toepfer was de verantwoordelijke coauteur voor o.a. voedingswijzen. Vooraf. Tijdens een tentoonstelling had ik een lang gesprek met dierenarts Hans-Jürgen Streuer, eigenaar van Pansen-Express. Hij vertelde o.a. dat allergie bij honden in de voormalige Duitse democratische republiek nauwelijks voorkwam. Wel las men erover in de vakliteratuur uit het westen. Honden werden in de DDR voornamelijk gevoerd met het ‘vers vlees emmertje van de slager’. Inmiddels is het allergieprobleem in geheel Duitsland een thema, ook in de ‘neuen Bundesländer’. Dit komt volgens drs. Streuer doordat er nu overal fabrieksvoer zijn intrede deed. MB. Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek (vrij vertaald uit het Duits door dogsloveit):
Pag. 155. … Vlees moet de hoofdmoot van de maaltijd uitmaken. … De maaltijden moeten niet alleen uit spiervlees bestaan, maar ook uit orgaanvlees. … Vermelden moeten we ook pens moet rauw en ongewassen gevoerd worden. … Om de voedingswaarde van het vlees niet negatief te beïnvloeden moet het naar behoren bewaard worden. Dit is ook de reden dat vlees rauw gevoerd moet worden (op sommige uitzonderingen na, zoals varkensvlees, baarmoeder, ed.) Pag 165. … Er bestaan wetenschappelijk vereiste normen in de hondenvoeding. … Dit heet niet dat op het gram nauwkeurig dagelijks het rantsoen berekend moet worden, maar enkele grondregels van de voersamenstelling dienen gevolgd te worden. … Volwassen honden krijgen dagelijks een maaltijd. … Vlees in stukken die bij de grootte van de hondenbek past … en niet uitsluitend tot brei vermalen voer … groenten voor een betere verteerbaarheid geraspt. … Botten worden met mate aan honden gevoerd om verstoppingen te vermijden. Uiteraard is te bedenken dat met de krachtige tanden ook grote pijpbotten kapot gebeten kunnen worden, welke dan evenwel gevaarlijk kunnen splinteren zoals botten van gevogelte en kleingedierte. Pag. 167. … Eieren met mate gevoerd zijn een waardevol voer. … Mits men haring vaak of uitsluitend voert loopt men het risico van een vitamine B1 onderverzorging. Als men te vaak lever voert loopt met het risico van een oververzorging met vitamine A. Wordt dagelijks een kleine hoeveelheid lever gevoerd verdraag dit de hond probleemloos. … Bij oudere honden kleinere maaltijden, tot brei vermalen en vaker per dag voeren. .. Licht verteerbaar mager vlees, magere vis, gemalen groente en eventueel enkele vitaminedruppels aan een oudere hond voeren. … Botten bij oudere honden niet meer voeren. Pag. 168. Om de maag en de darm optimaal bezig te houden, niet al het vlees tot brei vermalen … het vlees in zulke stukken voeren, dat het makkelijk geslikt kan worden. Voor pups, oudere honden of zieke honden dient het voedsel wel tot brei vermalen te worden. … Vlees zou normaliter rauw gevoerd moeten worden. Dit komt overeen met het natuurlijke voedsel van de hond, ook qua smaak. Bovendien verliest men door verhitten belangrijke bestanddelen van het vlees, in het bijzondere, de vitamines. … Groente mag gestoofd worden, deze zijn dan makkelijker verteerbar. … Elk voer op lichaamstemperatuur aanbieden. … Het is geen nadeel de rantsoenen precies naar voedingsstoffen te bereken. Maar ook dan is er geen garantie dat het voorgeziene vlees ook precies de aangegeven inhoudstoffen/ calorieën heeft. In de praktijk kan de hond door vereenvoudigde voering ook gezond gevoed worden. Fabrieksvoedsel heeft o.a. als nadeel dat gewoon brei vervoerd wordt. … Dan wel af en toe een vleesmaaltijd geven. … Zelf bereide voeders dienen uit 2/3 van dierlijke en voor 1/3 van plantaardig oorsprong te zijn. … Van dierlijk oorsprong: vlees, orgaan, vis, melkproducten zoals quark en kaas. Van plantaardig oorsprong: havermout, rijst, tarwevlokken, groente, fruit. (Opmerking: sommige honden reageren slecht en allergisch op graan. Graan is uit huidig zicht niet nodig in de hondenvoeding. Een van mijn honden met allergische aanleg reageert slecht op kaas). Worden alle ingrediënten afwisselend gevoerd en geeft men nog toevoegingen zoals een mineraalpreparaat heeft men een uitgewogen, appetijtelijke en gezonde voeding. (Opmerking: niet doen als met barft met botten en niet doen bij KVV). … Oudere honden hebben minder calorieën nodig maar daarvoor hoogwaardige eiwitten dat energiearm maar proteïnerijk en licht verteerbaar is. Pag. 168. Om aan de benodigde mineralen te voldoen kan aan het voer ook verschillende preparaten toegevoegd worden. Bij mineralenmengsels volgens de fabrikant doseren. … Vitaminepreparaten alleen op aanwijzingen van de dierenarts toevoegen omdat men makkelijk een overdosering krijgt. Word afwisselend gevoerd zijn alle benodigde vitamines in het voer aanwezig (lever, pens, ei, melkproducten, biergist, tarwekiemen, tarwekiemenolie, groentes, fruit). … Biergist bestaat uit 50% eiwit, 1,3% vet, 36,1% koolhydraat … en is rijk aan vitamine B. Bottenmeel is te gebruiken bij honden die geen bot willen eten of door hoge leeftijd niet meer zouden moeten eten. Pag. 168. Fabrieksvoer – uitzondering gedroogd vlees – is brei en daardoor volledig tegennatuurlijk voer voor de hond. Het maag-darm-stelsel van een hond is ingericht op het verteren van grote vleesbrokken. Op zijn minst jongere dieren zou men het benodigde vlees als rauwe vleesbrokken moeten voeren. …. Het is nodig de hond ook vetten te voeren want zonder de vet oplosbare vitaminen kan het lichaam de andere geleverde energie niet gebruiken. Ca. 5% van de volwassen hondenvoeding zouden vetten moeten zijn, bij jonge honden wordt het dubbele gerekend Het een en ander is afhankelijk van de hoeveelheid benodigde essentiële vetzuren die al in het voer aanwezig zijn. Men rekent 1,3 g/kg lichaamsgewicht bij volwassen honden. De vetten mogen zowel van dierlijke als ook plantaardige oorsprong zijn (levertraan, vis, plantenolie, margarine), waarbij een te hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren tot vitamine E gebrek kan voeren. Gewaarschuwd moet worden voor ranzig vet want daarmee worden de vetoplosbare vitaminen kapot gemaakt. … Vet is ook aanwezig in orgaanvlees en in alle weefsels. … Vetten zijn onontbeerlijk voor een uitgewogen en optimale voeding. Vetten leveren de meeste energie (60%) en bevatten de voor het lichaam zo nodige onverzadigde essentiële vetzuren en de vetoplosbaren vitamines A, D, E, K en zijn van wezenlijk invloed op de smaak van het voedsel. Er staat nog heel veel meer interessants in het boek, maar hier laat ik het voorlopig bij.
Maar ook door de auteurs in dit boek wordt het voedsel rauw en vers, natuurlijk!- aan de hond aangeboden.
1989. Uitgeverij Zuid Boekprodukties BV, Lisse. Ruud Haak. Kynoloog, auteur van tientallen boeken, voormalig hoofdredacteur “Onze hond’. Boek: Honden; voeding; verzorging; huisvesting (271 pagina’s) Citaten over voeding (rauw voeren hond) uit het genoemde boek:
…’Maar tegenwoordig schijnt er niets zo onduidelijk te zijn als juist de voeding van de hond. Want sinds de wetenschap zich met ons hele leven, en dat van onze honden, blijkt te moeten bemoeien, voelen veel hondenliefhebbers zich erg onzeker over de voeding van hun huisdier. … Je zou er bijna van gaan huilen, zo moeilijk is voeding voor de hond! Gek trouwens, dat onze ouders en grootouders daar anders over dachten …Net als bij mensen, kan de volwassen hond best af en toe eens worden volstaan met voeding die niet geheel aan de gestelde ‘wetenschappelijke normen’ voldoet. Het schaadt ons mensen namelijk ook niet; en wij doen dat bijna dagelijks! … Waar beslist niet moet worden bespaard: bij de voeding van de opgroeiende hond. … Elke hond is naar zijn afstamming een prooidier- eter. Daaraan is in principe door de lange gewenning aan de menselijke wereld voor onze huishond weinig veranderd. Toch zou het verkeerd zijn om de voedingsbehoefte van onze huishond af te meten naar stamvader wolf. … De belangrijkste veranderingen: Het feit dat de hond in onze westerse wereld regelmatig zijn voer krijgt. De tijden die hem op de rand van het verhongeren deden belanden, kent hij gewoonlijk al lang niet meer. De huidige hond hoeft om aan zijn voeding te komen nauwelijks nog grote lichamelijke inspanningen te leveren. Het voer wordt hem tegenwoordig in de voerbak aangereikt. Dat zijn twee belangrijke factoren, die in de voeding van de hond een rol spelen. Daarnaast mag uiteraard niet vergeten worden dat ook de veranderingen die in de loop van de vele duizenden jaren door menselijk ingrijpen op zijn menukaart werden aangebracht hun invloed op de hond deden gelden. …
Net zoals de wolf is de huishond in feite nog steeds een prooi- of aaseter. Zijn spijsverteringsorganen zijn ingericht op het verteren van grote hoeveelheden vlees. Maar de natuurlijke prooidieren bestonden zeker niet alleen uit vlees. Want met name de buik van planteneters werd als eerste opgengereten, zodat de maag- en darminhoud met smaak kon worden gegeten. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat honden met graagte paardenmest en zelfs menselijke ontlasting willen eten, al vinden wij dat in onze ogen enorm smerig. … Honden zijn met hun spijsverteringsorganen niet in staat de celwand van plantaardige producten aan te tasten. Hierdoor zijn groenten, granen enzovoort in onbewerkte toestand voor de hond vrijwel onverteerbaar. We kunnen de voedingsstoffen van plantaardige oorsprong voor de hond geschikt maken door ze fijn te hakken, te malen of te koken. … Maar behalve vlees en voorverteerd voedsel in maag en darmen leveren de prooidieren nog veel meer. De hond zal namelijk ook de botten, het bloed en het vet van zijn buit eten. De botten bevatten, net als het bloed, mineralen voor de hond en uit het vet kan hij belangrijke vetzuren halen. Daarnaast zal hij ook stukken vel en huid met de onverteerbare haren naar binnen werken. Die zorgen voor de nodige ballaststoffen of ruwvezel, die van groot belang zijn voor een juiste werking van de darm. Hieruit kunnen we leren dat we de hond dus nooit goed voeren als we hem uitsluitend vlees verstrekken! … Verder kan het vlees zowel rauw, gekookt, bevroren of gedroogd zijn, dat maakt voor de voeding van de hond niets uit. (Varkensvlees altijd koken – gevaar van ziekte van Aujesky. Varkensvlees kan huidirritatie veroorzaken).
… Aan de vervetting van onze huisdieren wordt verder nog bijgedragen door de verkeerde samenstelling van voeding; met name de overmaat aan koolhydraten in de vorm van suikersdie het dier te verorberen krijgt bij al die extra lekkernijen. … Geen eiwit, ook zuiver spiervlees niet, is op zich alleen volwaardig. Het komt altijd op de samenstelling aan. Voor de hond hoogwaardig eiwit bevatten spiervlees, vis, lever, nieren, hart, melk, kwark en eieren; plantaardig eiwit vindt hij in havervlokken, rijst, aardappelen en sojameel. …Honden hebben meestal een grotere voorkeur voor natuurlijker voeding in de vorm van vlees en bijproducten dan de droge brokken. …. Wen de hond al jong aan de nodige afwisseling in z’n voeding. Dat zorgt ervoor dat hij ook op latere leeftijd alles lust, waardoor hij geen last hoeft te krijgen van een ‘zwakke maag’ of ‘gevoelige darmpjes’. En als verreweg belangrijkste tip: trek u niet teveel aan van wat ‘de wetenschap’ of ‘de reclame’ u allemaal over hondenvoeding wil laten weten. Heeft u trouwens voor uw eigen voeding wel eens naar zulke tabellen en procenten gekeken?
Desondanks schrijft hij ook: ‘Ofschoon ik ervan overtuigd ben dat een hond erg gezond blijft en heel oud kan worden met elke dag dezelfde fabrieksvoer, ben ik ook voor afwisseling in de voeding. Dat bevredigt mens en dier in hoge mate. Ik ga daarbij van het standpunt uit dat wat in het ene voer ontbreekt, net als bij de mens, met het andere voer wel weer wordt aangevuld. Maar zorg er dan wel altijd voor dat minstens de helft, of liever driekwart van zijn voeding uit compleet of volledig fabrieksvoer bestaat. (Aanmerking: dit was dus de stand van zaken 1989. De diverse merken KVV = compleet vers vlees voedingen bestonden toen nog niet). Tot slot kan ik het ook hier niet laten nog de slotwoorden van kynoloog Ruud Haak te citeren:
Vijf voor twaalf. Een ras zonder heupdysplasie is bijna niet meer te vinden; alle inspanningen van goedwillende fokkers ten spijt. Zaken als elleboog dysplasie, patella luxatie en andere afwijkingen aan skelet en gewrichten nemen hand over hand toe.
We lopen langs een ring (aanmerking: tentoonstelling) waarvan de honden volgens de grondlegger van het ras ‘moeten lopen als paarden, niet als koeien’. Het blijkt dat er alleen maar ‘koeien’ in de ring lopen. Maar goed, ze lopen nog, al is het slecht. In de volgende ring staat namelijk een ras dat bij warmte al snel het loodje legt; vanwege kortneuzigheid en kortademigheid. En omdat het ras daarbij ook nog overgewicht, pardon ‘substantie’, moet hebben. Weer een ring verder zien we honden die op hun eigen oren trappen, zo lang zijn die. Trouwens bij de reuen van dat ras zien we dat hun scrotum nauwelijks enkele centimeters boven de grond hangt … In de ring daarnaast lopen honden die zodanig ‘gehoekt’ zijn in hun achterhand, dat ze met hun sluipende gang bij het nemen van de bocht bijna omvallen … Weer een ring verder staan hondjes, waar bij enige opwinding de bolle oogjes uit de kassen vallen. En hondjes met een open fontanel. En honden die er van de natuur eigenlijk niet hadden mogen staan, omdat ze niet op natuurlijke wijze geboren kunnen worden. En honden met agressie …
Voor de rashond is het vijf voor twaalf! Als we werkelijk iets willen ondernemen zal het nu moeten gebeuren. Anders hoeft het waarschijnlijk nooit meer …
2006. Franchk-Kosmos Verlags-GmbH & Co. Kg, Stuttgart Dr. Vera Biber, dierenarts Titel: Allergien beim Hund (123 pagina’s)
Citaten over voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek (vrij vertaald door DogsLoveIt):
… Allergie is een individuele overreactie van de lichaamseigen afweer tegen stoffen uit de lucht, het water, het voedsel, injecties en medicijnen in vaste, vloeibare of gasvormige omgevingsmaterialen, die andere individuen (nog) probleemloos verdragen.
… 80% van alle allergische honden reageren op mijten (voermijt/ huisstofmijt/ hooimijt) … Allergieën kunnen het beste vorkomen worden door adequate onderhoudsomstandigheden, en door voeding.
Onderstaande ‘voedselpiramide’ laat de samenstelling zien van de meeste hedendaagse hondenvoeding (brok):
* bewerkt graan en toevoegingen 60-90%
* plantaardige en dierlijke ballaststoffen
* vleesextracten * vet 5% * H2O in droogvoer 9%
Maar de ‘voedselpiramide’ zou zo eruit moeten zien (vers):
* graan maximaal 10 %
* botten & kraakbeen
* vet minimaal 10 – 20% * groenten, fruit en kruiden 10-30% * spiervlees & orgaanvlees minimaal 60% * organisch gebonden H2O in vlees en planten 80%
… Door het overzetten op vers verbeteren bijna alle allergiesymptomen inclusief hyperactiviteit en vachtproblemen, bovendien nierstoringen en gewrichtsstoringen.
… Schakel uw hond om op rauwe versvlees voeding – of nog beter, doet u dat van begin af aan. In het eerste geval verdwijnen waarschijnlijk de allergiesymptomen, in het tweede geval krijgt uw hond waarschijnlijk geen symptomen. Vergeet voedingstabellen! Natuurlijke levensmiddelen hebben veranderlijke inhoudsstoffen en compenseren zich door afwisseling.
… Goed om te weten: hoe lang duurt het verteren van voedsel?
* Brok heeft tot 15 uur nodig om weer tot voorschijn te komen, vaak met bijna dezelfde hoeveelheid als erin is gegaan.
* Gekookt voedsel verteerd in 8 – 10 uur. * Rauw voedsel verteerd in 4 – 5 uur.
… Goed om te weten: hoezo eten honden zo graag koeienuitwerpselen e.d.? * Honden hebben nauwelijks de mogelijkheid door het industriële steriele voer hun darmen met de nodige bacteriën te enten.
* Soms kauwen ze uit waanhoop om de nodige bacteriën op de verzweten sok, schoen of onderbroek van de baas want in de grote steden zijn ook geen uitwerpselen van koeien meer te vinden. Dr. Vera Biber is van mening dat we beter het lichaam met extra nutriënten, voedingsstoffen, vitaminen, mineralen, enzymen etc. kunnen ondersteunen om ziekmakende stoffen uit het lichaam te verjagen dan hun met een armee van tegengiften ten lijve te rukken. Zij is overtuigde voorstandster van verse, rauwe voeding voor de hond.
| 2006. Uitgeverij Aspekt Tannetje Koning, dierenarts Boek: Voer voor CARNIVOREN (108 pagina’s)
Citaten over voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek:
… Natuurlijk is vers geen wondermiddel, het is dan ook niet de bedoeling dat u, zonder een dierenarts te raadplegen, denkt ernstige ziekten met uitsluitend de voeding aan te pakken. Beschouw de voeding als een aanvullende maatregel naast de reguliere maatregelen. Net zoals wij mensen zo gezond mogelijk proberen te eten.
… Gezondheid is meer dan het vrij zijn van ziektes. Dit is een heel belangrijke stelling. Veel mensen die gen zin hebben om hun hond of kat over te zetten op vers roepen: de hond doet het prima, hij is nooit ziek. Dat hij geregeld overvulde anaalklieren heeft vergeten we maar even, dat heeft toch niets met voeding te maken? En ondertussen is de hond bezig om afvalstoffen in zijn lichaam op te slaan. Dit moet er een keer uit, soms in de vorm van huidproblemen, oorontsteking maar soms ook ineens als een tumor. Nu beweer ik niet dat honden en katten die rauw voedsel krijgen nooit ziek worden of tumoren krijgen. Helaas is dit niet zo, maar het is wel degelijk zo dat de honden en katten op rauw voedsel veel minder kleine klachtjes hebben. Hun weerstand wordt aanmerkelijk beter. Ze doen minder gauw mee met virusjes die rondwaren en weerstand gerelateerde ziekten als demodex, schimmels, kennelhoest en niesziekte komen veel minder voor.
Versvleesvoeding is ook een wapen dat ingezet kan worden in de strijd tegen deze ziektes.
… Het merkwaardige is dat wij, mensen, als advies krijgen om toch vooral veel vers te eten. 200 gram groenten en 2 stuks fruit per dag. Want dat bevat weinig vet en veel vitamines en mineralen. We krijgen niet te horen dat we rustig elke dag junkfood kunnen eten zolang we maar een multivitamine slikken.
En voor onze huisdieren krijgen we te horen dat we ze vooral fabrieksmatig samengesteld voedsel moeten kopen. Want dat is compleet, zo krijgen ze geen tekorten.
Zo’n 60 jaar geleden bestonden al die commerciële voeders nog niet en toen werden onze honden en katten ook oud. Toen kregen ze pens en botten en etensresten. En volgens mij kwamen er toen heel wat minder allergieën en tumoren voor. Op haar internetsite schrijft dierenarts Tannetje Koning:
‘Goede voeding bestaat dus uit vlees, rauw vers vlees met botten (al dan niet gemalen) en een groentemassa die overeenkomsten vertoont met de darminhoud van prooidieren.’
Deze dierenarts is tevens ook mede-eigenaar van het merk bandit biologische versvleesvoeding voor hond en kat. |
|
2007. Animal Learn Verlag Dr. Vera Biber, dierenarts Titel: Futterprobleme bei Hunden (159 pagina’s)
Citaten over voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek (vrij vertaald door DogsLoveIt):
Vraag: Hoe kan ik zeer goed commercieel voer zinvol opwaarderen? Door het geven van enzymen, vitamines of iets anders?
Antwoord: Allereerst: wat is een zeer goed commercieel industrieel voer? Is dat zoiets als een reserve moeder? Ten tweede: alle commerciële voeders hebben een gemeenschappelijke noemer: hoog verhit, eiwit gedenaturaliseerd, enzymatisch dood en steriel, wat zo veel heet dat ze zonder leven zijn, ongeacht wat erin verwerkt is. Op gevaar van overdosering met kunstmatige vitamines en mineralen werd in het boek al gewezen. Het complexe samenspel van natuurlijke stoffen is niet in een laboratorium na te bootsen. Uit minderwaardig afval kun je gewoon geen goed voer maken!
… Overigens hebben vele met industrieel voer gevoerde honden geen normale darmflora meer. … Dit is de reden dat sommige honden aan het begin van het overzetten op vers hun meest natuurlijk voedsel, namelijk vers vlees, niet goed verdragen. Slechts 7,2% door de dierenartsen ingezonden monsters laten een gezonde fysiologische vaginale flora zien (Laboklin).
Gedragsstoringen … De darmflora wordt door darmgisten overwoekerd veroorzaakt door de koolhydraten in de voeding. Deze gisten leven van koolhydraten in graan en suikers en scheiden immuungiften en neurotoxische stoffen uit. Een typisch symptoom is, dat het omzetten van ervaringen niet voldoende tot een leerproces leidt, omdat de zintuiglijke verwerking door storingen in de hersenstofwisseling gestoord is.
…. Vele gedragsstoringen worden door voeding beïnvloed – ‘gif maakt giftig’. Onfysiologische darmfloraverschuivingen kunnen met alcohol vergelijkbare uitwerkingen uitoefenen op de stofwisseling van de hersenen en zo hyperactieve gedragingen, verminderde oplettendheid en leervermogen, ja en zelfs verminderde zinlijkheid door het gebrek aan lichaamsgevoel provoceren!
Ik hoop dat bovenstaande argumenten voldoende zijn om u ervan overtuigen om op natuurlijk voer over te stappen.
Deze dierenarts, Dr. Vera Biber, is een groot voorstander van het voeren van rauwe componenten aan onze honden. Versvoer (barf) is volgens haar de beste en gezondste voedingsvorm voor onze hond die alleen overtroffen wordt door een vers gevangen prooi van een wild levende hond!
|
2009. Elsevier GmbH, München, Urban & Fischer Verlag Dr. Natalie Dillitzer, dierenarts Boek: Ernährungsberatung in der Kleintierpraxis (378 pagina’s) Citaten over voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek (vrij vertaald door DogsLoveIt):
Beoordeling van het barfen uit veterinaire zicht:
Hond en kat kunnen met rauwe voeding principieel goed gevoerd worden. Eigenaren moeten zich wel zeer goed over de juiste samenstelling van een barf maaltijd informeren. Weinig zinvol en zelfs gezondheidsschadelijk is het alleen vlees en bot te voeren. Ook de combinatie van groene pens en vlees, een beetje eierenschillen, heelaarde en kruiden is niet voldoende, de hond met de nodige nutriënten te voorzien. Gemiddeld bestaat een stuk vlees uit 74% water, 24 % eiwit en 1% vet en geringe hoeveelheden mineralen en spoorelementen.
…. Bij het barfen is erop te letten dat de rantsoenen voldoende met vitamines en mineralen aangevuld worden. Vooral calcium (als er geen botten of eierenschillen gevoerd worden) jodium(als er geen zeealgenmeel gevoerd wordt), koper en zink, vitamine A (als er geen lever gevoerd wordt) en vitamine D (als er geen levertraan gevoerd wordt), verschillende vetten enballaststoffen moeten voldoende toegevoegd worden. Volgens deze dierenarts, gespecialiseerd in voeding, kun je het beste het rantsoen laten berekenen. Deze dierenarts biedt deze service aan op haar homepage: http://www.futtermedicus.de/ Kosten: tussen 25- 75 Euro. Zijn schrijft op haar homepage dat slechts ca. 30% van de barf-rantsoenen uitgewogen zijn volgens haar studie van de rantsoenen.
Om haar zichtwijze te verduidelijken geef ik hier drie voorbeelden hoe deze dierenarts denkt dat een barf-rantsoen volgens haar eruit zou moeten zien:
Voorbeeld 1 uit het boek:
Hond, 4 jaar, 30 kg, reu, gewicht ideaal.
500 g vlees zonder bot / per dag (afwisselend rundvlees, runderhart, kippenhartjes, groene pens, strotten, kippenvlees) 150 g kalfslever / per week 80 g kippennekken / per dag 100 g diverse groenten / per dag (bijv. wortelen, salade, erwten, broccoli, courgette, venkel) 20 g diverse olie / dag 70 g kalfsbotten om op te knagen per week verdeeld 8 gr mineraalvoeder (bijv. easy Barf®) om de onbrekende nutriënten aan te vullen
Voorbeeld 2 uit het boek:
Hond, 2 jaar, 20 kg, reu, gewicht ideaal. Rantsoen per dag:
250 g diverse groenten 150 g runderhart 150 g boekmag 150 g groene pens 150 g lamsvlees 15 g diverse olie Kruiden 1 Tl heelaarde 3 g biergist 6 g easy Barf® of vergelijkbaar mineraalvoeder 2 g eierenschillen in poederform 1 g Monokalziumphoshat (calcium/ fosfor ratio is 1,4 : 1)
Voorbeeld 3 uit het boek:
Hond, 10 kg: 200 gram diverse vlees soorten (bijv. kip, kalkoen, lam, kalf, eend, paard. Ook spiervlees en hart. 2 x per week is pens, long, boekmaag ook mogelijk.) 25 gram vlezige botten 50 gram melkproducten 10 gram lever Alle 4 dagen een gekookt ei 50 tot 100 gram groente 50 tot 100 gram fruit 8 gam olie 2,5 gram levertraan 10 gram pompoenpit, gemalen 1,5 gram eierschillen 0,4 gram Vitamin-optimix ultraspur (Futtermedicus) 5 gram biergist.
Vitamin-Optimix barf is ook ontwikkeld door deze dierenarts. Op de bijpak van dit product schrijft ze:
Volwassen, gezonde honden: rantsoenen van vlees, melkproducten, eieren, groentes en fruit, vlezige botten die bestaan uit:
ca. 2g vlezige botten/ kg lichaamsgewicht lever 0,5g/ kg lichaamsgewicht Lebertran 10 IE Vit D/ 10 kg lichaamsgewicht Biergist 0,5-1g/ 10 kg lichaamsgewicht), Eierenschillen 0,5-1g/ 10kg lichaamsgewicht Oliën 0,5-1g/kg lichaamsgewicht
De rantsoenen zouden met Vitamin-Optimix barf aangevuld worden:
Hond 5 tot 10 kg ……… 0,6 - 1,0 gram Hond 10 tot 20 kg …….. 1,0 - 1,4 gram Hond 20 - 30 kg ………. 1,4 - 1,8 gram
Vitamin Optimix barf bestaat uit dextrose/ gist en heeft volgende toevoegingen per kg product: J (Kaliumjodid) 250 mg Koper (Koper-II-sulfat) 2400 mg Mangaan (Mangaansulfat) 1100 mg Zink (Zinkoxide) 14500 mg Eiser (Eiser-II-sulfat) 5000 mg Vitamine B1 600 mg Vitamine B2 1300 mg Vitamine B12 3000 mcg Panthothenzuur 4000 mg
Het boek is geschreven voor dierenartsen, die zich wat meer in voeding willen verdiepen. Het is Dr. Dillitzer’s zichtwijze op barfen.
| 2009. Franckh-Kosmos VerlagsGmbH & Co.KG, Stuttgart Dr.rer.nat. Brigitte Rauth-Wiedman, bioloog Boek: 1x1 der Rohfütterung (88 pagina’s) Isbn 978-3-440-11851-1
Stralende ogen, een glanzende vacht, levenslustig – zo wil iedereen zijn hond hebben! Maar de realiteit ziet vaak anders uit: haarverlies, allergieën, gewrichtsziekten, overgewicht of niet willen eten zijn alledaagse problemen. Daarom zijn steeds meer mensen op zoek naar mogelijkheden de hond natuurlijker te kunnen voeden.
De auteur beschrijft het barf (Biologically Appropriate Raw Food) voedingsconcept, ze beschrijft de ingrediënten, geeft voorbeeld recepten, beschrijft het overschakelen, etc. Volgens de auteur is barfen geschikt voor elke hond – van een hondenpup tot hondensenior.
Citaten over voeding (rauwe hondenvoeding) uit het genoemde boek (vrij vertaald door DogsLoveIt):
… Of botten, graan en melkproducten wel of niet in de hondenvoeding thuis horen, of een vastendag per week dwingend nodig is: de meningen van vers (rauw) voerende hondenbezitters zijn verschillend.
… ‘Zo verschillend zijn ook de meningen over het overschakelen naar deze voeding. Mijn persoonlijke mening is dat bij het ineens van voer wisselen het vaker tot storingen in het spijsverteringskanaal komt dan bij het behoedzaam overzetten naar vers vlees. Eerst beetje bij beetje versvlees toevoegen, wat gepureerde groenten erbij – en binnen twee tot drie weken lukt het meestal de viervoeter stabil met barf te kunnen voeren. … Geenszins mag men echter de brokken en het versvlees mengen - brok bestaat overwegend uit graan – en het is niet best dat versvlees en brok zich samen in het spijs-verteringskanaal bevinden. ’s Ochtends vlees en het groetenprakje en 's avonds brok waarbij de hoeveelheid vers vlees per dag verhoogd word en het brokaandeel steeds verlaagd wordt. Eventueel moet men een tussenmenu inlassen zodat het versaandeel 's ochtends niet te groot in volumen wordt. Door steeds het tussenmenu iets verder naar de avond te verschuiven komt men binnen drie weken tot totale overschakeling op vers’.
Ze schrijft verder, dat het niet nodig is om voor elke prijs botten te voeren, als men angst daarvoor heeft of het eigenlijk liever niet wil. Eventueel verdraagd bijvoorbeeld een seniorenhond geen botten meer of kan hij botten niet meer kauwen. Het toevoegen van eierenschillen, calcium-zitraat of een mineraalstofpreparaat voldoet dan ook. (Bij KVV voedingen zoals bijv. Darf, Carnivoer, Bandit, Alaska, etc. geen calcium toevoegen – deze zijn compleet met gemalen botten).
Ook schrijft ze dat als een hond zijn rantsoen rauw vlees, ondanks wekenlange training, gewoon niet verdraagd, mag je het vleesgedeelte ook voor hem koken. (Opmerking DogsLoveIt: uiteraard geen botten koken!) Ook schrijft ze mocht men twijfelen over mogelijke risico’s van salmonella bij pups of seniorenhonden kan men het kippenvlees, het kalkoenvlees en eieren ook koken. Want niemand heeft er iets aan zich constant zorgen te maken. Wees moedig! De conclusie is dat vers vlees, rauw en natuurlijk, het meest ideale en natuurlijke voedsel is voor de hond! |
|
| "Door uw hond en/of kat een zo natuurlijk mogelijke voeding te geven (dat is dus rauw zonder bewerkingen en toevoegingen) komt u aan één punt al behoorlijk tegemoet aan het natuurlijk gedrag. Ook de manier van voeren kan een goede bijdragen leveren om zo dicht mogelijk de natuur te benaderen.'
De zichtwijze van deze dierenarts en veel goede informatie kunt u lezen op zijn website www.carnivoer.nl.
2009. Erwin van Gijtenbeek, dierenarts
Titel: Commerciële en rauwe voeding bij de hond. Osteopatische verschillen en verbanden tussen deze twee voedingswijzen. Zijn Thesis Osteopathie kunt u lezen op zijn website.
Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek is:
‘Vooropgesteld dat perfecte voeding voor alle honden niet bestaat, kan op basis van dit onderzoek en de gevonden resultaten gesteld worden, dat voor een gezond functioneren van het spijsverteringskanaal van de hond en de daaraan verbonden osteopatische relaties, rauwe voeding geadviseerd kan worden.’
|
|
|
|
|
|